Gerrit Jan Hofker aan Willem Witsen
Plaats: Den Haag |
Datum: [half april 1905] |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
Den Haag, Daguerrestr. 97.
Beste Wim, ik zie geen kans van Deyssel uit te noodigen tot het schrijven van een voorrede, nu die voorrede dienen moet om te mijnen bate een succes mogelijk te maken. Ik zou dat wel jou kunnen vragen, maar ik zie geen kans om 't van Deyssel te vragen. Intusschen wil ik wel graag, dat hij eens gepolst wordt over de door hem gedachte waarden van een boekje, dat mijne bijdragen (Delang, J.C.M. en Stevijn de Jonge) bevat, omdat, indien hij dit een uitvoerbare zaak acht, de quaestie voor mij geheel
[1:2]
anders wordt. Mocht je hem eens te Amsterdam spreken en gelegenheid vinden zijn meening te dier zake te weten te komen, dan zou mij dat heel welkom zijn.
Niet de Paaschdagen, maar een anderen dag kom ik eens te A., waarschijnlijk met Jantje, in den tijd, dat die in A. is. Mogelijk is, dat ik van Vrijdag tot Maandag in Zutphen ben. M. komt waarschijnlijk niet vóór de tweede helft van Mei in Den Haag.
Morgenochtend ga ik nog eens naar het tweede etsje bij Biesing zien.
t.t.
Jan