Willem Witsen aan Elizabeth Witsen-van Vloten
Plaats: [Amsterdam] |
Datum: 11 juli 1904 |
Verblijfplaats: UBA, XXX A 46, 1045 |
[1:1]
11 Juli 1904
'k Zou je nu wel 's 'n heel hartelijk briefje willen schrijven lieve Beb, voor deze speciale gelegenheid, en je toewenschen dat je vanaf de volgende week als je weer hier in Holland bent, wat meer rust en 'n prettiger leven moge vinden dan tot nu toe je deel is geweest. Wat ik er aan doen kan zal 'k zeker en met toewijding doen Beb en 'k geloof zeker dat 't je in Aerdenhout wel bevallen zal; 't begint er nu goed uit te zien hoewel 't boven nog treurig is door den chaotischen rommel! zoolang die matten voor de lambriseering er niet zijn. Ze hadden beloofd Donderdag ze te verzenden met grande vitesse; ze hadden er vandaag aan kunnen beginnen maar Zaterdag was er nog niets.
[1:2]
Beneden is 't klaar op 't boenen na van 't zeil - behalve natuurlijk die 1½ meter die te kort kwam. 't Huis van Cohn-Donnay in Rotterdam heeft beloofd 't dadelijk te laten komen uit Brussel en als 't daar nog maar is zal 't vandaag of morgen wel komen. Ik begin nu wel te vreezen, als we niet voortkunnen dat er Zaterdag nog 'n geweldige rommel zijn zal en dat zou me vreeselijk spijten want dan heb 'k mijn doel niet bereikt en is al die moeite voor niets geweest. Anna gaat elken dag meê tegenwoordig want die vrouw die 'k daár genomen had, kan te weinig komen en er is geen andere. Ik heb Anna gevraagd om bij je te komen dienen. Ze kan niet tegen de stilte buiten en is te gewend aan de stad, zei ze. Ik zei den volgenden dag toen we er heen gingen ‘kijk 's wat 't hier mooi is! Hoe kan je praten van stilte als
[1:3]
't zoo mooi is buiten, veel mooier en prettiger dan de stad en dan in 'n huishouden met drie mannetjes die 'n drukte maken van 'n half regiment soldaten! En later, toen ze de groote eiken tafel stond te boenen zei ze ‘meneer, 'k moest 't dan maar probeeren’ en toen zijn we overeengekomen wat 't geld betreft en heb 'k haar gezegd dat ze, als ze zoo dol is op de stad, er af en toe wel 's heen mocht, om de zooveel tijd en dat jij dat wel zal regelen. De gordijnen zijn gelukkig terecht! Hoe dikwijls 'k dat huis heb door zocht en altijd te vergeefs! En heel toevallig kijk 'k in 't kolenhok en zie daar 'n kistje liggen en denk, wat iedereen moest denken, dat 't leeg was; en toen 't na onderzoek, vol bleek en goed dicht gespijkerd, durfde 'k 't nauwelijks open te maken uit vrees voor 'n teleurstelling en 'k hoopte toch zoó dat ze 't zouden zijn! En jawel, 7 blauwe en 't mooie uit de tuinkamer dat 'k ook al gemist had. Ik heb in langen tijd zoo'n blij gevoel niet gehad! En je moet weten wat je boven je hoofd heeft gehangen!
[1:4]
Je te verwelkomen in je huis in zoo'n herrie, zonder gordijnen vond 'k al te erg van ongezelligheid - dat nooit dacht 'k, en toen heb 'k van 'n importeur hier in de stad allerlei perzische en eng. indische gordijnen laten komen om daar 'n keuze uit te doen; er waren wel heele mooie bij! Maar 'k heb ze nu allemaal terug gezonden. Hoe gaat 't nu met de kiespijn? Ben je al naar Mechelen geweest? Denk er aan met 't uit kiezen van 'n trein dat niet alle treinen ophouden in Haarlem; die van 1.27 uit Antw. waar Pam en ik mee gegaan zijn, houdt b.v. niet op. Die van 10.32 uit Antw. wèl; die is in Haarlem 2.01, dus 9 min. voor half drie. Op dien trein rijdt ook 'n doorgaande tram zoodat je om kwart voor drieën in je huis kunt zijn. Dat lijkt mij de geschikte trein; wij gaan er dan 's morgens met Anna heen; en Anna kan dan zorgen voor 't eten. Maar schrijf me nog even of je 't goedvindt en of je dien dag wel komt.
Dag lieve Beb, heeft Erik onze brieven gisteren gekregen? Geef de lieve jongetjes 'n hartelijk klappertje van Vafie.
Met 'n hartelijke kus
Pim