Willem Witsen aan Arthur van Schendel
Plaats: [Amsterdam] |
Datum: 21 maart 1903 |
Verblijfplaats: LM, AVS/ 2.a.5 (W) |
[1:1]
63 v. Lennepkade 21 Mrt. 1903
Beste Arthur,
Ik heb je brief wel gekregen en had je allang willen antwoorden maar 'k zit in zooveel zorgen dat 'k 't schrijven telkens uit stelde. Je mag wèl zeggen dat de bordjes verhangen zijn voor ons, sints verleden jaar! Er is nog niet veel veranderd sints je laatst hier was; 'k zit nog altijd met m'n schaakbord maar 't groote schilderij is allang àf en wèg, en sedert heb 'k twee groote aquarellen af geleverd, terwijl 'n nieuw schilderij, al goed op weg, op den ezel staat. Maar met mijzelf en mijn omstandigheden is 't even treurig gesteld als de jouwe gelukkig en vroolijk zijn. Ik kan je geloof dat boven
[1:2]
mij de lucht wel op zal klaren, niet deelen, want hoe zou dat mogelijk zijn? Ik ben de eerste dagen van deze maand 'n week in België geweest: de jongens waren zoo blij en we hebben heele prettige dagen gehad. Pam & Erik gingen eenige uren per dag naar school en daar ging 'k ze afhalen of bracht hun erheen. Die Pam schrijft zulke aardige brieven met heele verhalen en zonder fouten bijna. We zijn met z'n vijven 'n dag naar Antwerpen geweest, naar den dierentuin en dat was 'n pret! Dat kleine mannetje moet je zien! en zoó verstandig en lief en grappig-origineel. Ze hebben alle drie mazelen gehad, voór dien tijd, en nu schreef Betsy mij weer dat ze ziek zijn - en dat is ook zoo beroerd om er dan niet bij te zijn en op dien afstand altijd in angst te zitten.
Willem Bauer
[1:3]
gaat nu 'n huis voor hun bouwen in Aerdenhout en 't volgend jaar Mei wou Betsy terug komen en 't betrekken. Zij zagen er allemaal goed uit en 't was daar 'tzelfde echte en gezellige huishoudentje als op de Zonneberg behalve poor me, die er niet meer bij hoort. 't Is heerlijk voor je dat je daar zoo prettig woont met je vrouw en huisgezin en je werk. Je kunt zeker wel goed werken nu? Wat voer je uit, schrijf je 'n roman? In de eerste dagen van November, toen je hier pas geweest was, ben 'k met Nol op reis geweest naar 't Zuiden, Marseille en de Provence; maar Nol was herstellende van 'n lever aandoening en ik zat in zoóveel beroerdigheid dat we er niet aan gehad hebben wat we er anders aan gehad zouden hebben. Marseille is wel prachtig en we hebben wel heele mooie dingen gezien en ook wel plezier gehad, ook in Parijs, maar 't was lang geen onvermengd plezier.
[1:4]
Met 1o Mei ga 'k verhuizen naar de Overtoom; 'k heb daar 'n benedenhuis gehuurd waar, op de eerste verdieping, 'n groote ruime hooge kamer met drie ramen op 't noorden, mij 'n voortreffelijk atelier toeschijnt. Stoop wou meê, als huishoudster maar ze mag niet; 'k zal 't, zoover mijn beperkte middelen 't toelaten (Groesbeek houdt me zoo geweldig kort!) 'n beetje gezellig zien interichten en ga er, voorloopig, alleen wonen. Ik lees de laatste twee maanden bijna uitsluitend Shakespeare; àl die konings-drama's; prachtig - 'k vind 't zóo'n genot en heel veel lees 'k hard op en denk dikwijls aan je en je wijze lessen. Je kunt mij 'n groot plezier doen door mij nu en dan engelsche kranten te zenden; 'k vind 't altijd prettig om ze te lezen; en schrijf me ook nog 's gauw. Wanneer kom je weer 's hier? We kunnen dan nog 's praten over alles; brieven schrijven is voor mij altijd 'n vreeselijk ding geweest en 't gaat me slecht af. Ik zit nog bijna
[2:5]
dagelijks bij Polman maar in den Haag kom 'k bijna niet meer. Wel zou 'k graag doorgaan aan die serie groote etsen van Amsterdam maar Groesbeek maakt bezwaren omdat er zoo weinig van verkocht wordt. Ik had anders ook zoo graag 'n poosje naar Hamburg gegaan om 'n serie etsjes te maken, zooals indertijd van Dordrecht - 't is zoo'n pracht van 'n stad en mijn etsen hebben daar nog al succes, tegenwoordig. Nou, beste Arthur, 'n andere keer schrijf 'k wel 's meer - 't lijkt me nu lang genoeg, voor mìjn doen, en 'k heb m'n goeden wil nu getoond. Schrijf jij me nou 's 'n nice long letter terug en 'n beetje uitvoeriger dan die vorige.
Doe mijn beleefde groeten aan je vrouw en geloof me, met 'n hand
t.t.
Wim
Willem zou zeggen ‘mijn beleefde en eerbiedige groeten’ maar dat zou plagiaat zijn. Die Willem: 'k heb 'm laatst gesproken; onveranderd dezelfde beste hartelijke Willem; hij sprak ook nog van jou. Adieu.