Willem Witsen aan Elizabeth Witsen-van Vloten
Plaats: [Amsterdam] |
Datum: 27 februari 1903 |
Verblijfplaats: UBA, XXX A 46, 1058 |
[1:1]
Vrijdag avond 27 febr. 1903
't Ziet er zoó dreigend uit, lieve Beb, met die stakingen nu de Regeering zoo forsch optreedt, dat volgens de laatste berichten 'k de volgende week allicht hier niet meer van daan zou kunnen. Ik wou nu maar aanstaanden Maandag, als 't dan nog niet te laat is, naar Brussel gaan in 't hotel de la Poste en zal daar bericht van je afwachten of je 'n dagje in Brussel wilt komen, Dinsdag of Woensdag of dat je me in Mechelen wil laten komen Donderdag den 5en mars. Doe maar zooals je wilt; 'k woû probeeren of 'k niet wat in Brussel kan teekenen, wat 'k den vorigen keer gezien heb. Ik heb nog niets voor Pammy gekocht omdat 'k 't liever in overleg wil doen met Moef en er natuurlijk in Brussel even veel gelegenheid voor is als hier. Uit je stilzwijgen heb 'k gemeend te mogen af leiden dat Nootje beterend is, - is 't niet zoo? 'k Hoop 't maar en dat je niet weer in nieuwe zorgen zit.
Ik zal maar niet verder schrijven nu 'k je gauw zie - praten is zooveel prettiger. Ik ben vreeselijk verlangend om jullie allemaal te zien; kom maar in Brussel je zult 'n afleiding wel noodig hebben.
Wees hartelijk gegroet ook de lieve mannen
van
Vafie.