Arnold Paul Constant Ising aan Willem Witsen
Plaats: Amsterdam |
Datum: 8 augustus 1902 |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
Amsterdam 8 Augustus 1902
Beste Wim,
Van morgen voor het ontbijt kwamen de vriendelijke beschuitjes Mien goeden morgen zeggen. Het was een heele vreugd! ‘Wie zendt mij een postpakket?’ vroeg Mien, ‘ik begrijp er niemendal van; weet jij wat Nol?’ De trommel zag er prachtig uit en de beschuitjes waren keurig netjes ingepakt. Mien kende die Haagsche niet en heeft er dadelijk eentje geproefd. Zij herinnerde zich dat je aan de koffie over beschuitjes hadt gesproken en vindt het alleraardigst.
Bauer is in Amsterdam getrouwd, en wandelde met een stroohoedje
[1:2]
naar het stadhuis. De plechtigheid was in vijf minuten afgeloopen en om half een vertrokken zij naar Parijs. Stumpff heeft het mij verteld; die is met zijn vrouw in een coupeetje gegaan.
Juffrouw Stoop weet dat de rustbank in aantocht is. Maar hoe krijgen ze haar door dat smalle gangetje? Zou het gaan als ze de bank dwars houden? ‘Wanneer of die bank kwam?’ ‘In de volgende week!’ ‘Ja maar welken dag, want ik ga misschien uit de stad!’ Nu, dat wist ik niet.
Gisteren vergat ik je te zeggen dat Menk de ets voor Maussie encadreert. Die zaak is dus ook gezond.
Van nacht heb ik slecht geslapen; te laat naar bed gegaan, maar ik amuseerde me gisteren kostelijk.
Met veel liefs, ook van Mien
Je
Nol.