Arnold Paul Constant Ising aan Willem Witsen
Plaats: Amsterdam |
Datum: 21 januari 1901 |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
Amsterdam 21 Januari 1901.
Beste Wim,
Mien verzoekt mij je heel hartelijk te bedanken voor de mooie en lieve plantjes, die zij gisteren morgen van je mocht ontvangen. Zij heeft er veel pret in en neemt zich voor ze goed te verzorgen. Maussie kwam 's middags met groote oestervorken aanzetten en voor 's avonds hebben wij Hein en Dien gevraagd. Hein zei dat er tusschen hem en Willem oorlog was, want Willem wilde dat Hein altijd naar Den Haag kwam om te vergaderen, terwijl Hein vond dat Willem om den
[1:2]
anderen keer naar Amsterdam moest komen. Dien voerde voortdurend het woord, en zei er telkens bij dat zij er zich niet mee bemoeide en niet met de N.G. te maken had. Hein wilde niet ‘de minste’ zijn en wou Willem niet laten alleenheerschen. Bovendien vond hij Willem nu in een veel betere positie dan toen hij nog alleen te Bussum was, want Willem had nu Jeanne, die volgens Dientje f 500- met een roman had verdiend. Ik zei dat Hein aan de N.G. meedeed óm Willem en dat de belangen van de N.G. slecht werden gediend door zulke kinderachtige kwesties. Toen ben ik de kamer uitgegaan, want ik werd er wee
[1:3]
van en heb Hein gevraagd een spelletje met mij te schaken. Mien en Dien gingen een honderdje spelen.
Hein schaakt beter dan Ietje. Zaterdag middag gingen wij in een groote vigelante, om Mien met haar oogje, dat nog niet beter is, achteruit te laten rijden naar de Parkstraat. I. vroeg of wij met een rijtuig kwamen om er al de schilderijen in te pakken. Ik vond dit nog al grappig en stak je aanspraak af. Die hielp wel. Hij wou geen goede dingen geven uit vrees van ze later te kunnen verkoopen en geen slechte omdat hij er zich voor schaamde. Nu zou hij een uitzondering maken en gaf na veel te hebben laten kijken een
[1:4]
naaktstudie (wat grooter dan de juffrouw van George), waarmeê wij heel blij zijn. Toen wij er nog waren, kwam Lion Cachet met zijn meisje, een lange, bejaarde juffrouw Cordes van de Keizersgracht een bezoek brengen. De Hr. Cachet droeg een zwart jasje en zette een deftig gezicht, maar hij is te klein voor Koning. Zaterdag avond kwam I. schaken. Ik won alle drie de partijtjes, en Gompertz zond een briefje of ik Zondag ochtend om 10 uur bij klein Duimpje wou komen. Er was weer een stuk, dat gauw vertaald moest worden, maar 't is malligheid, want ze hebben toch vooreerst geen avonden om het te spelen.
Maandag avond ben ik niet vrij!
Dag Wim! Groet Betsy en de jongens.
Je
Nol.