J.J. Witsen aan Willem Witsen
Plaats: Amsterdam |
Datum: 30 april 1900 |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
Amsterdam 30 April 19.
Beste Wim. Ik ontving je brief van 25n.. 'T Speet me weer dat ik je niet zelf gezien heb, daar ik sints begin Maart niets van je had gehoord, maar ik wil graag gelooven dat je heelemaal in je werk bent geweest. Wat is dat een mooi schilderij bij V. Wisselingh! Ik zie er beslist weer een grooten vooruitgang in. 'T is zeker wel 't mooiste olieverfschilderij wat je nog gemaakt hebt, vooral vind ik 't water prachtig uitgedrukt. Ik dacht niet dat dit in olieverf zoo bereikt kon worden. Tot mijn genoegen is Eilers er erg mee ingenomen & naar ik hoor heeft hij er groote plannen mee waarin ik hoop dat hij zal slagen. Ik feliciteer je er wel mede. 'T is een bepaald succes & ik wensch & vertrouw dat 't zóó zal voortgaan.
Ik weet natuurlijk niet of je tegen Mei op mij hebt gerekend maar
[1:2]
zend je hierbij toch de gewone f 200. Mocht je mijne hulp nu niet noodig hebben, dan kunnen we volgende keeren eens overslaan.
Begin Maart ben ik in den Haag op nieuw ongesteld geworden & er weer 3 weken onwel geweest. 'T begint echter nu beter te worden & ik hoop maar op zachter weer om heelemaal weer in orde te komen. Zoolang 't nog zoo guur is, kom ik liever niet, daar ik van de buitenlucht niet zou kunnen genieten maar ik kom later graag eens weer naar de jongetjes kijken & spreek dat dan wel nader met je af als je bij me komt. Ik had echter graag bericht van de goede ontvangst dezes & hoe jullie 't allen maken.
Doe mijn hartelijke groeten aan Betsy & zoen de kereltjes voor me.
Met een handdruk
je je liefh.
Vader.