Maria Joseph Franciscus Peter Hubertus Erens aan Willem Witsen
Plaats: Sluis |
Datum: 27 november 1899 |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
Sluis 27 Nov. '99
Beste Wim, 't is al een heelen tijd, dat ik niets meer van je hoorde, alléén zag ik dezer dagen in de couranten, dat je weer exposeert en wandelt op de paden van arbeid en glorie. Ik heb me vast voorgenomen, zoodra mijn werk en betrekking het toelaten, je eens in Ede te gaan opzoeken, al is het dan ook maar voor een dag, want ik verlang er erg naar je daar te zien. Ik was tot mijn spijt verleden winter in een suffen toestand geraakt maar heb nu veel verbeterd in mijn omgeving door
[1:2]
dat ik nu een heel huis alléén bewoon. Het zou voor mij een haast niet te durven hopen plezier zijn, indien je eens hier kwamt logeeren. Je bent vrij man en er valt misschien hier of in Brugge wat te werken. Ik ben in mijn huis geheel alléén en heb een dagmeisje dat nooit een woord spreekt. Zoo zit ik alléén in dezen uithoek alléén met allerlei werk waaraan ik bezig ben. Het is zwaar, en ik weet niet hoelang ik nog de kracht zal hebben het uit te houden. Maar de mensch kan veel als de physieke krachten hem maar niet in den steek laten. Er rumoert in England en Frankrijk nog veel, de magie om maar één ding te noemen, waarvan men helaas
[1:3]
te weinig verneemt en waarbij het levende woord nuttig zou zijn, maar men moet er dan maar op zijn eigen houtje trachten uit wijs te worden. Verbeeldje die [Pupus[?] is nauwelijks 30 jaar. Ik wou dat er weer eens een boek kwam van de kracht van den Werther of den Assommoir. Zoo iets schijnt alléén iedere kwart eeuw maar eens uit te komen. - Waart gij nog op de bruiloft (koperen) van Thijm, ik was ook geïnviteerd doch helaas verhinderd.
Vele groeten aan Betsy
t.t.
Trifouillard