Willem Witsen aan Elizabeth Witsen-van Vloten
Plaats: Dordrecht |
Datum: 11 oktober 1899 |
Verblijfplaats: UBA, XXX A 46, 949 |
[1:1]
Dordt 11 october '99
Gisteren avond kreeg 'k den brief die je mij opzond. Hij was van Repelius die Zondag wou komen met Reich. Ik heb hem geantwoord dat mijn plan was Zondag niet thuis te komen daar 'k werk heb waarschijnlijk tot Dinsdag en 't voor dien eénen dag niet de moeite was - maar dat 'k als hij geen anderen dag kan wel thuis zal zijn in welk geval 'k nog 'n woordje van hem verwacht. Als 'k antwoord krijg telegrafeer 'k wel weer, - maar 't lijkt me waarschijnlijker dat hij niet zal komen. Dan kom 'k Maandag of Dinsdag. - 'k Ben weer net zoo verkouden als toen 'k Saturdag naar huis ging en wou wel dat 'k van middag weer kon gaan. Maar 't weer is mooi en uit m'n raam kan 'k wel werken hoewel 'k me niks prettig voel. Als 't soms erger wordt kom 'k misschien morgen of overmorgen thuis en dan laat 'k alles in den steek, voor dit seizoen. Hebben de jongetjes veel plezier gehad bij mevr. Grandmont? Ik vond 't erg naar dat je niet nog 'n eindje meêging,
[1:2]
ik had tòch al zoo 't land dat 'k gaan moest. Ga je nu nog met Pam naar Amsterdam van de week; - 'k zou 't maar doen: Timmer heeft hem in zoo lang niet gezien en 't kan nu gemakkelijk. Die vorige brief was van Dijs wanneer 'k 's in Haarlem kom, - en een van jou maar dat had je me allemaal verteld wat er in stond.
Dag lief, schrijf nog 's en geef de drie mannen 'n hartelijk klappertje van
Vafie.