Willem Witsen aan Elizabeth Witsen-van Vloten
Plaats: [Dordrecht] |
Datum: 30 augustus 1898 |
Verblijfplaats: UBA, XXX A 46, 1022 |
[1:1]
[briefhoofd Hotel Bellevue, Dordrecht]
30 Aug 1898
Morgen ochtend, hoop ik klaar te komen met mijn werk lieve Beb en overmorgen ga 'k dan naar Amsterdam om morgen avond niet te reizen. 't Is hier 'n geestdrift voor de koningin van geweld, - van avond zal ik wel 'n oranje lintje moeten koopen, anders durf 'k me morgen niet vertonen, - er loopen zelfs dames hier met rose blouses en oranje ceintuur! De decoraties zijn overigens gewoon afschuwelijk - maar de toebereidselen voor de feesten beloven heel wat. Ik ga morgen weer om vijf uur uit in m'n schuitje. Van daag ('k ben zoo even thuis gekomen) heb 'k 'n harden dobber gehad op de Maas, tegen den wind en tegen stroom op - zelfs zoo dat 'k dacht 't te moeten op geven; maar 't is 'n klein eindje en toen 'k den hoek om was, had 'k wind en stroom achter - toen hoefde 'k niet eens te roeien en ben maar
[1:2]
aan 't roer gaan zitten, - 'k kwam toen van zelf waar 'k wezen moest - 'n eind voorbij dat steigertje waar 'k die eerste teekening heb gemaakt. - 't Is heerlijk rustig werken in zoo'n schuitje - maar 't werken aan de natuur valt me vreeselijk tegen. Maar 'k geloof wel dat 'k er veel aan gehad heb en dat is 't voornaamste. Eergisteren ben 'k in Maassluis geweest met 'n stoombootje over Vlaardingen en Oud Beyerland. - Er waren massaas Scheveninger bommen in de haven, die zooals je wel weet heel mooi en heel kleurig zijn. De bemanning was in 't rood baai met oranje mutsen dat geweldig was in de zon, van kleur! Iets prachtigs. Dat is tot nog toe 't mooiste wat 'k gezien heb van de koninginnefeesten. De rivier hier is zoo prachtig! 'k Vind 't alle dagen mooier en altijd zoo druk bevaren en zoo'n eigenaardige herrie van booten die aankomen en afgaan. Ik ben heel wel hoewel 'k kort slaap en soms antiperine moet nemen. - Ik was erg blij met je laatsten brief. Die pillen breng 'k meê uit Amsterdam - 'k had de briefkaart in mijn zak, aan Coebergh. Ik kom Vrijdag avond thuis, tenzij 'k niet weg kan uit A. Ik heb nog dingen te regelen met Loggen en Eilers enz. Maar in ieder geval Saturdag. Na de feesten in Amsterdam ga 'k weer hierheen - 't is zoo moeielijk en 'k kan betrekkelijk zoo weinig doen, tegelijk. Nu dag lief, veel zoentjes voor de jongetjes, de zoetertjes, van Vafie - ook zuster moet je groeten maar dat zul je wel niet doen - 't kan ook wel dat ik eerst 'n teekening thuis maak en wat schilderijtjes prepareer - 'k heb zoo'n last van 't nieuwe hout, als 'k begin. Ik krijg zeker van daag of morgen nog wel 'n brief van je, is 't niet? Dag Beb tot Vrijdag avond laatsten trein. O ja, die afspraak van Dinsdag in IJmuiden daar heb 'k niets van begrepen in Jan z'n brief - 't is zeker 'n mis verstand. We kunnen er zamen wel 's heen als je dat prettig vindt.
Dag.