Arnold Paul Constant Ising aan Willem Witsen
Plaats: Amsterdam |
Datum: 12 augustus 1897 |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
Amsterdam
12 Augs. 97.
Beste Wim,
Hartelijk gelukgewenscht met je jaardag en alles goeds in het Nieuwe-jaar.
Ik feliciteer je ook met het Ridderschap van Adelink. Goed dat Jan getrouwd is, want er is nu geen huis meer met hem te houden. Het viel mij van Miessie mee, dat ze Jannie in de zee kwam verrassen. Het is heel aardig, maar zij moeten oppassen met de veldwachters.
De expeditie naar Goes
[1:2]
is redelijk afgeloopen. Ik ging met Mien in een open aapje zitten en was om tien uur op de Suezkade. Toen gingen Marie en Mien met de kinderen uit rijden en Goes en ik den Leidschen weg opwandelen. Wij dejeuneerden op het huis Den Deil en keerden over Wassenaar terug. Ik was zoo bezweet als een kat, nat is, die uit het water wordt gehaald en ik kroop in het bad van Goes, met een gutta-perchaslang als douche.
[1:3]
Zondag ging ik naar de oudelui op Hoekenburg. Mijn moeder was geschrikt door een gil van een jongen, en zij sprak nog ongelukkiger dan anders. Mijn vader is heel zwak en zat voortdurend te tobben. Ten slotte trapte de meid op den lammen voet van mijn moeder. Het was miserabel.
Van middag ga ik eten bij Kareltje, en morgen avond komen Hein en zijn meissie om je verjaardag te vieren.
Wij vinden hier het artikel van Veth in de Kroniek heel goed, en het stukje van
[1:4]
den ouden Israëls, al komt hij met de nachtschuit - flink. Wat zal de Steurs nu beginnen? Hij is een gepantserd heer.
Georges had geen geld en heeft je daarom maar niet geantwoord. Ik heb het geleend van - - - Stumpff!!! Maussie zit in Dresden.
Dag Wim! Veel plezier en heel veel liefs voor Betsy en de jongens.
Je
Nol.