Willem Witsen aan Elizabeth Witsen-van Vloten
Plaats: [Amsterdam] |
Datum: 5 augustus 1897 |
Verblijfplaats: UBA, XXX A 46, 943 |
[1:1]
[briefhoofd Hotel Adrian, Amsterdam]
5 Aug. [189]7
Wat was dat nou 'n aardig, lief, prettig briefje van mijn Beb. Ik heb daar bij je gezeten en alles gezien en alles gehoord met mijn lieveling, en de geur van de Jalapa kwam in m'n neusje - 't is dan toch ook 'n heerlijk plekje vooral in den avond zoó'n avond en met Beb! Lieveling ik verlang erg om bij je te zijn en 'k verlang vreeselijk om weer rustig aan je portret bezig te zijn. Gisteren was Groesbeek er weer niet en Eilers gaat van daag naar buiten voor 'n week of wat, - 'k hoop nu Groesbeek van daag te spreken. De drukken vallen allemaal meê tot nog toe. Vandaag druk ik Mont albaan
[1:2]
en een definitieve voor Groenendaal voor de uitgave. Ik ben nieuwsgierig of Dijs er morgen avond is als 'k thuis kom. Kom je mij halen Beb? Als je niet alleen komt vraag dan aan Gerrit of 't voor hem te laat is om mijn tassen te komen halen, dat zal hij wel willen doen, dan kunnen wij loopen. Maar zijn jullie te moei, zend mij dan 'n rijtuig. Eergisteren heb ik in mijn eentje in den Centraal gegeten, 's avonds met Hendriks naar Sonsbeek gewandeld en den trein gemist! Gelukkig dat ik niet naar huis moest, dan had ik 't vreeselijk gevonden, nu kon 't mij niet veel schelen; ik heb gelogeerd in de Zon; en den volgenden ochtend Ede voorbij gespoord in den Harmonica trein.
[1:3]
Heeft die zoete Pam het pleistertje laten zitten? Geef hem toch 'n zoentje van Vafie; hij stond zoo aardig, heerlijk gezellig, bij moefie in 't rijtuig! Nu lieveling, tot morgen, als je dezen krijgt liggen de makkertjes weêr rustig te slapen na de warmte van den dag! Wat 'n hitte hier, daar heb je geen begrip van.
Dag mijn Beb, 'n hartelijk zoentje van
je liefh. mannie
Pim