Willem Witsen aan Elizabeth Witsen-van Vloten
Plaats: [Amsterdam] |
Datum: 24 juli 1897 |
Verblijfplaats: UBA, XXX A 46, 1028 |
[1:1]
[briefhoofd Hotel Adrian, Amsterdam]
Saterdag
24 Juli 1897
Heerlijk dat briefje van Beb - 'k zal wel aan je denken hoor, aan zee, - maar van wandelingen in de duinen zal wel niet veel komen. Ik kreeg een heel heusch antwoord van Ger op mijn briefkaart. Ik ga nu over 'n half uur naar Leiden. Je vraagt naar de etsen; die zijn enorm meê gevallen; ik heb maar twee platen kunnen drukken behalve Briët, maar verschillende afdrukken en die breng ik meê. Groenendaal is geaccepteerd. Gisteren heb 'k een aardige dag gehad bij Willem. Hij was zoo leuk, zoo bedaard en ironisch, niet meer heftig zooals vroeger en heel hartelijk en vrolijk.
[1:2]
We zijn gewandeld naar Laren en hebben daar koffie gedronken, buiten, - en toen weer terug over den Gooischen boer. Ik heb niemand anders gesproken en zelfs niet gezien; om vijf uur was 'k weer in de stad. Willem heeft vreeselijk gelachen om allerlei flauwe kinderachtigheden van je man; maar hij heeft mij, van zijn kant, confidenties gedaan die heel bedenkelijk zijn: betreffende Lucie! Bedenkelijk om zijn uitleg; enfin je weet 't wel. Hij wou heel graag eens 'n dag in E. komen maar hij is bang voor Mulder! Nu moet ik uitscheiden lieve Beb. O ja, ik ga waarschijnlijk van Noordwijk terug over IJmuiden
[1:3]
om Jan en Marie eens te bezoeken. Ik heb 't Jan geschreven, maar 'k kan er niet blijven eten omdat 'k dan geen aansluiting meer heb met de Staats, - 'k moet er dus om 4 uur van daan. Ik kom dus morgen avond gewonen tijd. Komt Beb me dan halen? Ik heb 'n meloentje bij Hoek gehaald voor mama en een tros druiven voor Kitty als ze die lust. - Wat naar voor Baukema en z'n vrouw om voor niets te komen! De brief aan Willy K. is bij v.W. ontvangen en aan Dijs gegeven. Ik heb hem niet gezien maar zal hem schrijven. Dag lieveling, tot morgen. Ik verlang erg naar de portretten.
Veel zoentjes voor Beb en de jongetjes van
Vafie