Elizabeth Witsen - van Vloten aan Willem Witsen
Plaats: [Ede] |
Datum: [± 1 april 1897] |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:3]
Lieve Pim, dit schrijven las ik maar vast door - ik heb er van moeten lachten. 't Is zoo heel echt en 't heele geval ook en al wat er in staat. Die Willem toch - die vriendelijk en bel(eefde?) groeten dat klinkt wel erg van een verren afstand dunkt je niet? Waar plaatst hij me?
Hierbij ‘cher maitre’ ook dit kaartje uit la bella Venezia, ze zijn zeker erg ingenomen met je schilderijen dat ze
[1:4]
er nog zoo op aandringen die biographische bizonderheden te verkondigen; je zult het ook wel moeten doen anders zal een iegelijk denken dat geen ‘maitre’ bent. Hou oud? wanneer jarig? en dat je de pokken hebt gehad en een ongemakkelijk jonkman bent enz.? Hier zit Phietje en babbelt er tusschen door en leest de feuilleton en de jongetjes zijn in de nachtrust en Bebpy is je lieve vrouwtje, dag mìjn Pim. Breng een zakje nootmuskaatjes meê ze zijn hier zoo klein. Vooral doen als 't je blieft. Dag mijn lieve Pim. Pam is wezen rijen met Fietje en Erikje is monter zooals je hem kent als van ouds en van gisteren. We zitten weêr in de eetkam[er[?] die naar terpentijn riekt. Dr. Sloos is er geweest, ik moet de poeders blijven nemen en jodium, over de borst strepen, ik ben nog 't zelfde.
Dag Pim dag lieve Pim dag Pam
je
Bebpy