Gerrit Jan Hofker aan Willem Witsen
Plaats: IJmuiden |
Datum: 3 februari [1897] |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
IJmuiden 3 Febr.
Beste Wim, de schelvisch zal waarschijnlijk spoedig komen en 't kan elken dag gebeuren. De visscherman gaat weer naar buiten, nu 't weder wat constant wordt, maar hij blijft altijd 6 à 8 dagen weg, want hij haalt de visch van Doggersbank. De handel die er in den tusschentijd gedreven wordt is in visch uit de bunnen of karen, beperkte voorraad, die peperduur blijft. Dit ter verklaring dat de visch nog niet is afgezonden.
Van de week heb ik aldoor in de boekjes van Betsy gelezen. In 't boekje waar ik van sprak zijn nog andere heele mooie dingen, die ik toen nog niet gelezen had.
Ik wou zoo graag, Wim, je den staat van mijne financiën schrijven, als je er belang in stelt en dat doe je. Het is zoo:
[1:2]
[begin inspring]
1 Febr ontvangen: f 111
Uitgegeven direct:
f 25 zuster Cathrien
4 zuster Joh (rente)
5.64 belasting IJmuiden
5.- Nol
15.- rekening sporthemden
3.- achterstallige ass. premies en kleinigheden zuster Joh
4.- kleinigheden
[totaal] 61.64 [+] 37.50 kostgeld over Jan. [=] 99.14
af van 111.- 99.14 [=] 11.86
had nog in kas 2.-
blijft 13.86
te ontvangen:
1 Maart f 111 3 à 4 Maart f 111 (trakt. Maand April)
te zamen 222
te betalen:
kostgeld over Febr 37.50
kostgeld over Maart 37.50
vader van Willem 88.-
laatste f 50 aan de zuster (Cath) van de f 250 50.-
[deze vier getallen rechts verbonden door een accolade, ernaast:] te samen 213.- blijft f 9.
[einde inspring]
[1:3]
Zakgeld voor de 3 maanden: Febr, Maart, April d.h 13.86 + 9.- = 22.86. Als ik dus zuinig leef tot 1 Mei, zal ik wel rondkomen van die 22.86, tenzij ik veel naar Chr. zou moeten. 1 Mei ontvang ik traktement en ben van dien tijd af van alles vrij (behalve kostgeld April) op Chris 1896 na, op Hein na (f 110 + 29.90 na desnoods, want die schonk hij mij eenigzins, maar hij is zoo arm en ik heb zoo met hem te doen, niet alleen voor nu, maar voor later, als 't leven hem zoo weinig zal bieden en hij, zooals hij je schreef, 't er alleen maar goed van nemen kan, om iets te hebben). Tegen over deze beide schulden (Chr. en Hein) en wat het restant aan inboedel etc mocht kosten in Mei... je ziet beste Wim, daar tegenover sta ik machteloos. De 400 gld., die ik aan mijn andere zuster schuldig ben, daarover ben ik met haar in correspondentie. Ik heb haar als schooljongen van de H.B.S. geassisteerd voor de hoofdacte en met succes. Ik wou dat
[1:4]
ze op de gelukkige gedachte kwam, het de gelegenheid te vinden mij daarvoor vorstelijk te loonen, maar ik durf 't niet uittelokken. In elk geval ben ik benieuwd, wat deze correspondentie geven zal. De gaatjes die een mensch door zijn armoe heen ziet, zijn de kurken waarop hij drijft. Schrijf je gauw, kom je eens.
t.t.
Jan
Zondag 14 februari ga ik naar Z. met de boeken. De eierkoker is nog niet terug. Er is daar een kind van de trap gevallen en ziek, een moeder flauw gevallen, ik blijf er paar dagen vandaan voor navraag. Het is een heel accuraat man, maar zulke menschen leven te midden van een berg kleine akeligheden. Hij zou alles als nieuw maken, het afgeloopen soldeersel uitkrabben etc.