Arnold Paul Constant Ising aan Willem Witsen
Plaats: Amsterdam |
Datum: 28 december 1896 |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
v.h. 28 Dec. 96.
Beste Wim,
Het speet mij heel erg dat ik Vrijdag niet komen kon. Sakkerloot wat een menu! Maar ik had beloofd een haas bij Karel te komen eten. Chap heeft hem uitgescholden in het Weekblad: ‘De Amsterdammer’ en daarover had Karel mij twee heel lieve brieven geschreven, waarin hij mij verzocht Chap te laten stikken, en in Baarn te komen om er over te spreken. Zaterdag moest ik aan den Schouwburg zijn en 's middags in den bijbel met Mr. Van Sorgen
[1:2]
en Koning Oedipus dineeren. Zondag was ik gevraagd bij Goes, met Huzzle en Batavier! Bij deze Heeren hoor ik eigenlijk niet thuis, maar Goes had een Gans, gevuld met kastanjes, gehakt enz. en een reusachtige rhumpudding. Die schotels herinnerden mij aan kalkoenen en andere groote dieren, die wij, lang geleden, bij Goes op de Prinsengracht, met Karel, Van Looy, Willem, Aletrino opaten.
Mendes is heel blij met zijn etsen, en hij vond f 30 -
[1:3]
erg goedkoop. De etsen zijn te benepen geëncadreerd en Maussie's kamer is net een verblijf voor een oude vrijster, maar, volgens je verlangen heb ik Jan van avond de duiten gestuurd. Maussie was uit de stad en ik kon hem van middag pas spreken. Ik had van daag nog zeven centen, dus ik kon het niet voorschieten.
De kwestie Karel - Chap moet ik je vertellen. Het is te lang en te vervelend om het allemaal opteschrijven. Hein zegt dat Chap de ruiten van Karel's paleis heeft inge-
[1:4]
gooid en ik heb hem Zaterdag afgetelegrafeerd, want ik wilde hem niet zien. Hij moest probeeren om nieuwe lucifers uittevinden. Waaraan ontleent hij het recht om te oordeelen over 't werk van artiesten? Hij zelf schrijft voortdurend stukken, die niet te lezen zijn en vertelt dat Karel geen goed litterair werk maakt. Hij, die gecenseerd wordt te behooren tot de N.G.-groep. En dan in dat Weekblad van Van Loghem, Van Maurik - enfin van de buitenwereld.
Veel liefs voor Betsy en de jongens.
Je vriend
Nol