Gerrit Jan Hofker aan Willem Witsen
Plaats: [Amsterdam] |
Datum: [9? november 1896] |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
Noorderstr 12.
Beste Wim, wil je mij het genoegen doen mij de geheele Pauline ou la liberté de l'Amour te zenden. Hoe vin je het stuk van Veth, vin je 't niet vreeselijk gemeen mij publiek zooveel dingen toe te dichten, waarvan ik geen woord heb gezegd. Het is zóó doortrapt en nijdig omdat hij voelt hoe weinig hij vóór derKinderen kan zeggen; het is als hoofdartikel geplaatst om de N.G. te knauwen als dat kan. Daarom is mijn stuk dan ook door Veth genomen als komende van de geheele N.G. zijde. Wat een vieze kerels, wat een rekels, stuur mij maar gauw Pauline en schrijf mij toch vooral gauw.
Dag
je
Jan
P.S. Roodvonk heeft niets om 't lijf.