Willem Witsen aan Elizabeth Witsen-van Vloten
Plaats: [Amsterdam] |
Datum: 9 oktober 1896 |
Verblijfplaats: UBA, XXX A 46, 942 |
[1:1]
[briefhoofd Hotel Adrian, Amsterdam]
9 Oct. [189]6
Ik heb juist mijn schetsboeken gehaald bij Eilers en nu ga ik naar 't Kolkje lieve Bebpy met Beb om te teekenen, - 't weêr is gelukkig erg goed, maar 'k schrijf nu gauw even omdat ik goede tijding heb. Is er al een aangeteekenden brief gekomen? Die is van Eilers met f 200 voor de twee breidstertjes maar in die brief staat vermeld dat Groesbeek persoonlijk, terwijl Eilers in den Haag was, een schilderij van me verkocht heeft: de eerste Hanna in 't koren, die voor 't raam heeft gestaan: drie honderd vijftig guldentjes voor Pim.
[1:2]
Ik zei dadelijk tegen Eilers: dat treft goed, nu kan 'k den kruidenier eens betalen. Wat zegt mijn lieve huis vrouw in de perfectie daarvan? Tenzij 't boekje te hoog is, maar er zijn liefhebbers genoeg, b.v. de dokter en Heinen! Enfin, nu maar weer geduld; misschien verkoop 'k de andere teekening ook nog, die is al bij Buffa, - Eilers is straks even met me meê geweest naar Loggen om hem te zien, maar hij vond de eerste beter; ik niet.
Lieve Beb, die telegram was voor den brief aan Buffa en niet voor die anderen, die hebben geen haast, - 't was heerlijk dat briefje van Beb te krijgen, heerlijk lief vrouwtje en Pim zal de boodschappen doen, met zuinigheid en ze morgen avond meê brengen.
Dag lieveling tot morgen (Saterdag) veel zoentjes voor moefie en Pam en Erik van
Vafie.
Nu moet ik gauw gaan werken, dag Beb.