Gerrit Jan Hofker aan Willem Witsen
Plaats: [Amsterdam] |
Datum: 1 juli [1896] |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
Woensdag 1 Juli
Beste Wim, ik zend je hierbij voorloopig f 5. Ik had je graag de 10 van Tak en nog 2 gezonden, maar ik moet voor de 10 wachten op de pw. en het andere schrijf ik met de eerste 10 maar voor je op, want het heele traktement is weer uitgedeeld nu (er moet altijd 25 aflossing aan mijn zuster af) om te bewaarheden het spreekwoord, dat vele varkentjes de spoeling dun maken. In Zutphen heb ik veel genoegen gehad en werd ik zoo plezierig ontvangen, dat 't was of men tegen het voorjaar aan ons huwelijk dacht. Mevrouw gaf mij een kistje sigaren mee en er waren elken dag zooveel aardbeien, dat ik 's avonds als een tonnetje naar bed ging. Wim, je moet maar eens gauw komen, en dan
[1:2]
moeten we weer eens praatje samen hebben, dan zal ik je mijn lotgevallen eens vertellen, want vertellen is toch eigenlijk het ware maar. Nol heb ik nog niet gezien, vanwege mijn diensten en allerlei boodschapjes. Mijn kamer staat áán (te huur) en ik heb er juist een gezien. Maar doe dat, kom eens gauw, dan gaan we weer eens naar Zandvoort; richt 't daar maar op in. Vandaag ben ik van 10-1 en 3-11 op kantoor. Eensdeels wilde ik je gaarne spoedig het bewijsje doen toekomen, anderendeels heb ik weinig tijd. Leg deze beide dingen tegen elkaar op een schaaltje en denk maar steeds aan
je vrind
Jan.