Willem Witsen aan Philippe Charles Louis Zilcken
Plaats: Ede |
Datum: 10 januari 1896 |
Verblijfplaats: RPK, collectie Zilcken, bij Witsen: 116 |
[1:1]
Ede 10 Januari 1896.
Waarde Zilcken,
Ik ben enorm verëerd door je brief waaruit 'k zie dat je mij rekent onder de hollandsche etsers. 't Is waar 'k heb nog al veel geëtst maar goed beschouwd ben ik geen etser. Ik heb getracht nu tien jaar geleden de etskunst te benaderen en heb aan een ets dezelfde eischen gesteld als aan een Teekening of schilderij; met dit gevolg dat ik geweldig getobd heb zonder goed resultaat te krijgen. Ik heb dus feitelijk geleerd hoe men niet etsen moet en heb dan ook ten slotte begrepen dat 'k nooit een goede ets zou maken. Daarom zijn mijn beste etsen waarschijnlijk de ‘Dordrecht’ van Jacob Maris maar vooral ‘Regen en wind’ van Breitner omdat het
[1:2]
reproducties zijn die staan tot fotogravures gelijk oude gesneden meubelen tot modern fabriekswerk. Maar het begrip van een ets zooals Jozef Israëls dat getoond heeft te hebben, zooals de ouden dat hadden, en onder de onzen Bauer, Karsen en jij, om maar enkelen te noemen, heb ik absoluut gemist.
Daarom zou het misschien beter wezen als je mij er maar buiten hield: al mijn etsen zijn probeersels geweest, benaderingen, waar van de eene natuurlijk beter is dan de andere maar dat als geheel boven mijn macht is gebleven. Vin je nu dat dit de critiek ontloopen is en wil je mijn etswerk den plaats aanwijzen die het in den tegenwoordigen tijd naar jouw meening toekomt, dan volgt hier de beantwoording van
[1:3]
je vragen die ik duidelijkheidshalve zal overschrijven.
1o Ongeveer hoeveel etsen maakte je? Ongeveer 40 of 50 die bijna allen in den handel zijn.
2o leerling van de Acad te A. - ook van anderen? - Ben nog korten tijd in Antwerpen geweest bij Verlat, maar de Amsterd. Acad leek mij preferable, vooral toen Verlat wegging, - ben later in de gelegenheid geweest om veel te werken met Mauve vooral ook om hem te zien werken en met hem te praten. Ik heb veel aan hem gehad maar zijn invloed is, 'k denk door het groote verschil van temperament vooral, van korten duur geweest.
3o Wanneer geboren en waar? Te Amsterdam, in 1860.
4o Je eerste zijn immers uit Holland, ophaalbruggen boeren en herders? Ja daarna de Londensche - en toen die uit Brabant? Precies.
5o Je mengt immers lijn etsen met weeke grond en aquatint? Voor toon etsen leek mij dit natuurlijker, doch ik geloof dat lijnetsen, zuiver, zonder bedoelde hulpmiddelen de eenige rationeele zijn; maar die heb ik nooit gemaakt.
6o Wanneer ging je naar Londen? 1888 tot begin 1891.
7o Heb je nà die etsen uit Brabant nog geëtst? Ja, twee reproducties naar J. Maris en G.H. Breitner voor C.M. van Gogh.
8o Is er een engelsche naam voor die groote plaat, dat meisje dat aardappelen uit een mand in een zak doet? Neen.
9o En voor je ets Trafalgar Square (die leeuwen? Is 't die of heb ik 't mis?) dat is eén ets maar 'k noem die altijd Trafalgar Square.
Is dit niet voldoende? 't Lijkt wel een belasting biljet!
Nu succes ermeê,
geloof mij met vriendelijke groeten
t.t.
Willem Witsen