August Allebé aan Willem Witsen
Plaats: [Amsterdam] |
Datum: 30 november 1895 |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
[briefhoofd Rijks-academie, Amsterdam]
[den] 30sten November [189]5.
Waarde Heer Witsen,
Wel wat verlegen of confuus door het zeer kostbare van het geschenk dat op 21 dezer Uwentwege mij werd overhandigd, heb ik al meermalen beproefd U mijn dank te betuigen, - maar wil het nu niet langer uitstellen.
Het komt toch hierop neer.
Telkens als ik Uwe etsen weer bekijk, vind ik ze weer mooier. Zij brengen mij geheel in de streek terug waar ik dikwijls heb gewandeld van '65 tot '70. Dank dus ook hiervoor dat Ge uit Uw etswerk juist dit voor mij uitzocht.
[1:2]
Blijvende vriendschap van ex-leerlingen is op zichzelve al iets heel aangenaams voor den ouden dag van een ex-onderwijzer, - hoeveel te meer nog als die ex-leerlingen zooveel talent aan den dag leggen als spreekt uit Uw werk geäquaforteerd of geschilderd.
Men heeft er in de laatste dagen veel toe bijgebracht om mij voor goed pedant te maken, en Gij niet het minst. Ge moet het dus zelf maar weten als men daar nu nog eens eenige jaren mede opgescheept bleef.
Maar deze beschouwing vermindert niets aan de erkentelijkheid van
Uw ouden vriend
AugAllebé
[1:1]*
Aan den Heer: Willem Witsen, kunstschilder, te Ede