Willem Witsen aan Elizabeth Witsen-van Vloten
Plaats: Amsterdam |
Datum: 17 oktober 1895 |
Verblijfplaats: UBA, XXX A 46, 1008 |
[1:1]
Amsterdam 17 oct. 1895.
Ik zal de eerste dagen nog wel niet thuis komen mijn lieve lieve lieve Beb 'k denk Saterdag tot Maandag - 'k heb hier nog geen goeie kamer gezien, of wel goed maar allemaal erg duur en dat is niet noodig - van ochtend moet 'k naar de Mont Albaan en zal 'k, denk 'k, eens al die mooie dingen die 'k hier gezien heb, fotografeeren. - Dan leen 'k 'n toestel van Groote, die heeft zulke mooie, nog veel mooier als dat van meneer Coets. Dan kom 'k die thuis ontwikkelen. Heb je de stoffen gekregen lieveling? - Waren ze er bij tijds? Ik ben dadelijk gegaan en 't zelf gebracht naar 't bureau 't kostte f 15 - 'k heb 't maar betaald
[1:2]
zoo als ieder mannie verplicht is, ook al vindt-ie 't niet prettig zooals ik. - Die japonne stof is zeker niet wat je meende, of wel? Maar 'k vond 't 't mooiste dat ze hadden en zag er mijn Beb prachtig in. Voer 'm nou maar goed, dat je 't lekkertjes warm hebt d'r in. - Voskuil heeft heele makkelijke en goede schetsboeken gemaakt - die ga 'k nu vol teekenen. Ik heb Hein voorgesteld om samen 'n uitgave te maken, hij verzen en ik etsen van Amsterdam. Groesbeek zal dat graag doen want 't werk wordt dan geweldig prachtig daardoor en verzen
zijn zoo goedkoop: hij kan om zoo te zeggen ze wel cadeau krijgen - dat heb ik niet aan Hein gezegd. Nu, als hij dan 'n duizend of twaalf honderd gl. betaalt dan deelen Hein en ik.
[1:3]
Dat zou 'n buitenkansje zijn voor Hein want ze krijgen zoo bitter weinig voor hun werk, dat over 't algemeen toch veel beter is als 't schilderwerk waar voor veel gegeven wordt. Ik zal nu maar eerst eens beginnen om de etsen te maken, wat 'n heerlijk werk! - gelijk met de Montalbaan en alles. 't Zal niet lang meer duren dan zit 'k tot over de ooren er in. Gisteren heb 'k Breitner gezien; die kwam van 'n diner bij den burgemeester! Je hadt 'm moeten zien in z'n rok en witte das en z'n twee ridderordes! We mochten 't menu zien. Lieve Bebselie 'k kom misschien wel morgen avond met den laatsten trein, als Henri me wil komen halen dan wil 'k 't zelfs wel afspreken.
[1:4]
Hoe gaat 't met Jonne, heeft-ie z'n papsie al weer op - 't is bijna tien uur. 'k Denk dat jullie langzamerhand eens gaan ontbijten en ik ga nu de straat eens op.
Dag mijn eigen lieve vrouwtje dag mijn heerlijke Beb. Tot morgen.
je
Pimmy