Arnold Paul Constant Ising aan Willem Witsen
| Plaats: Amsterdam |
| Datum: 22 september 1894 |
| Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
Amst. 22 Septbr. 94
Beste Wim,
Het was van morgen een heel feest. De zon scheen en jullie brief en mandjes kwamen tegelijk. Wimpie stapte mee de trap af om ze naar boven te brengen. ‘O, o wat netjes ingepakt, hoe kan Wim het zoo!’ Wimpie op het mandje van de kwetsen om met het touwtje te spelen en met zijn rechter voorpoot door een gaatje heen, want de kwetsen rolden zoo aardig. Wij zullen een Keulschen pot laten komen. Na het ontbijt at ik een peer, die smaakte heerlijk! Mijn dank aan Betsy - ook voor de recepten, maar over de roode kool moet ik nog
[1:2]
tweemaal denken, want ik ben bang voor de hazen. Van de appelbeignets weten we het wel, maar daar gaan we eens rustig voor zitten en dan zal ik je het recept gauw zenden. Van middag eet ik zoete appeltjes. Jan komt weer bij me als jij in de stad bent.
Veel liefs,
Je
Nol.
Groet Hein. Zijn Vondel-vers is mooi, maar hij is het summum van indolentie. Naar van Willem's voet. Gelukkig dat jij hem helpen kunt.
Auteursrechtvrij