Willem Witsen aan Elizabeth Witsen-van Vloten
Plaats: [Amsterdam] |
Datum: [winter 1893-1894] |
Verblijfplaats: UBA, XXX A 46, 1130 |
[1:1]
Amsterdam, Donderdag
Nu ga ik mijn liefste vrouwtje even bij tijds schrijven anders heeft ze dit briefje niet eens morgen met het ontbijt, - lieve Bebpy ik kom nu toch maar morgen avond met den laatsten trein maar als ik soms niet weg kan dan kom ik Saterdag maar dat denk ik niet, - als ik dus om elf uur niet thuis ben dan kom 'k den volgenden middag. Mijn lieveling vrouwtje denk je aan je Pimp? - Je moet niet denken dat het hier niet prettig is. Ik ben bij Jan die op 't oogenblik een boterhammetje voor mij snijdt.
[1:2]
Hij is niet ziek meer en ik heb van nacht heel goed geslapen op een bed in z'n zit kamer, heel goed. Hoe heeft mijn lieve kleine Beb geslapen zonder mannetje naast haar? zonder kusjes om meê naar bed te gaan. - Lieveling ik ben toch wel bij je en 'k denk veel aan ons heerlijk huisje en alles, en mijn prettige werk waar mijn Beb ook zoo veel van houdt. - Gisteren avond ben ik bij de jongens geweest. - Ze hebben het heel suf tegen woordig en Pet is naar Friesland om schaatsen te rijden. Jan zit op me te wachten.
Dag lieve lieve vrouwtje mijn eigen, mijn zoete vrouwtje dag, tot morgen avond
je
Pim