Willem Witsen aan Elizabeth van Vloten
Plaats: [Amsterdam] |
Datum: 28 december 1892 |
Verblijfplaats: UBA, XXX A 46, 923 |
[1:1]
Woensdag middag.
28 dec. 92
Mijn lieveling mijn lieve Beb, 'k kreeg zoo even je brief uit Rotterdam, - zoo heerlijk. Wat heb je veel gedaan mijn Beb en hoe gelukkig dat je geen last van onbescheidenheid enz. hebt gehad en je daardoor veel prettiger voelen zult. Mijn eigen lieve liefste kindje - heb je van daag in den Haag ook zooveel te doen? Vragen ze niet waar Pimmy is? 'n beetje anders. Jouw lieve jongen die ook zoo verlangt, verlangt - en zoo druk is met z'n etsen. Ik zal weer niet lang schrijven maar morgen om dezen tijd zijn we samen Beb, mijn Beb - - Ik heb allerlei vervelende dingen te doen - te schrijven enz. Mieb laat me niet met rust en die heb 'k van morgen moeten antwoorden. De vader van Roland Holst is dood. Willem gaat vooruit. - Vindt je dit briefje nu van avond nog mijn Beb? en is dat wel
[1:2]
prettig al is 't zoo kort. Mijn eigen heerlijke lieveling, verlang je zoo naar je jongen? en je jongen dàn! Dag mijn Beb, mijn eigen, mijn lieveling, dag. Pimmy kust je lieve hoofie - nu moet hij weer aan 't werk - en morgen komt Bebpy.
Dag mijn Beb
je
eigen Pim