Willem Witsen aan Elizabeth van Vloten
Plaats: [Amsterdam] |
Datum: 21 november 1891 |
Verblijfplaats: UBA, XXX A 46, 1118 |
[1:1]
Saturdag ochtend
21 nov. 1891
Mijn lieve Beb, mijn eigen Beb, hoe is 't met 't hoesten? Zal 'k nog poeiers bestellen voor Maandag als je hier komt? Mijn Beb, ik vond 't ook wel plotseling dat weg gaan uit den tram - 't was zoo mooi in de stad - 'k heb nog geteekend en gisteren den heelen dag geschilderd, 'n nieuw schilderij - 't is 'n magnifiek ding als geval, maar 'k heb er niet genoeg aan gehad met dat kleine schetsje dat 'k gemaakt heb. - Ik wou maar dat 't weer zoó was dat 'k er van middag nog 's heen kan gaan met 'n groot schetsboek - dan kan 'k morgen heerlijk den heelen dag er aan werken. - 't Is de oude schans met de Montalbaanstoren van een van de sluizen van de Prins Hendrik ka, - we hebben er samen ook 's staan kijken, weet je wel? Er varen altijd sleepbooten met veel rook uit de pijpen, dat kan 't zoo mooi maken - en dan tegen den avond, zooals toèn - vlak tegen donker worden aan - maar nog geen lichten op; - 't is 'n
[1:2]
geweldig brok Amsterdam, iets dat je nergens anders zou kunnen vinden - iets ook, dat nooit gemaakt is - ja, dat is curieus hoe weinig er van Amsterdam gemaakt is; - 'k bedoel dingen waarin 't eigen karakter van Amsterdam is uitgedrukt. - De Dam van Breitner en die van Ietje, b.v. tòch van 't belangrijkste wat er van hier gemaakt is - en vooral de eerste, geven niets van 't eigen karakteristieke van de stad - zooals trouwens geen van Breitner z'n schilderijen hier van doen. En daárom lijkt 't me zoo curieus, omdat Amsterdam zoo gewèldig mooi is in z'n eigen mooiheid. Die mooi-intieme dingetjes van Karsen b.v., wel, dergelijke gevallen kun je even goed in Amersfoort zoeken, in Weesp en in zoo veel Hollandsche stadjes; - daarom is 't niets minder - alleen lijkt 't me zoo curieus omdat er zooveel schilders hier wonen, en geen 't schijnt te zien -, of zien wel, ja, Valk zag 't ook wel en Karsen ook en de anderen ook - maar ze voelen 't anders.
Lieve Bebpy 'k ben eergisteren avond bij m'n vader geweest, hij lag te bed - al bijna 'n week met z'n oude kwaal - maar 't was
[1:3]
alweer beterende. Gisteren avond heb 'k den avond doorgebracht bij Maurits Mendes da Costa in gezelschap van m'n goeden vriend Ising - we hebben natuurlijk hombre gespeeld - maar 't was er heel gezellig en eigenaardig; eigenlijk begint me dat spelen 'n beetje te vervelen - maar zij beide zijn zóo verrukt dat ze 'n derde man hebben gevonden - dat 'k voor 't oogenblik nog niet over me kan krijgen om er uit te scheiden - 'k wou liever dat 'k maar 'n kwartet avond kon bij elkaar brengen. - Als Neyenhoff maar hier woonde.
Bebpy mijn, 'k heb niets geen werklust van daag - 'k heb geen lust om aan dat kleine schilderijtje te gaan werken - 'k zit nog vol van 't groote, maar moet daarvoor eerst buiten gaan werken. Dag mijn lieve Beb, 'k ga nu papier op spannen voor 'n nieuwe teekening - dag mijn lieveling, tot Maandag? Komt Beb dan weer bij haar jongen, haar Pim. Lieve lieve lieve Beb, komt Beb dan weer 'n beetje uit rusten bij Pim terwijl hij aan z'n werk is, aan z'n prettige schilderijtjes?
Dag mijn Bebpylief
je
Pim