Frank van Vloten aan Willem Witsen
Plaats: Putten |
Datum: 24 augustus 1891 |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
Putten 24/8 91.
Waarde - Pim, zal ik maar eens met Jantje René zeggen.
Ik heb dadelijk de portretten in de eetzaal opgehangen waar ze zeer voldoen vooral bij avond licht. J.R. hangt boven de piano en Fr. linksch van de deur. - Denk er aan dat je me nu alle kosten voor diverse lijsten op geef of laat geven want zoo'n cadeau bezwaart me toch al genoeg. - De lijsten zijn beelderig vooral in mijn oog die van J. R.'s portret de andere in Stanny's oog. De menschen schijnen het meer dan eens te moeten bekijken voor ze het mooi vinden. - Ik zoude Jampie niet anders wenschen, als het soms niet lijkt moet hij zich maar assimileeren. - Het was een meevallertje dat je laatst thuis was. - Ik denk morgen nog eens
[1:2]
naar Ruurloo te gaan want Stanny zit weer vol kuren - en Jampie is nu flink in orde en zal ze gauw kunnen staan. Hij zeide nu van avond nog dat jij hem nog maar eens moet teekenen, dat vond hij prettig.
Bederf vooral je heideboer niet en bewaar je Engelsche schilderijen met zorg. Stanny heeft haar vriend Gorter over het beheer van haar vermogen geraadpleegd naar het schijnt en ik weet niet of ik me op de een of andere manier niet van haar kan los maken en Jampie meê krijgen. Ik ga zoo verschrikkelijk onder haar gebukt met al die zorgen en dat getob, dat ik voor mijn hersens vrees en menschen schuw word. - Als mama weer in Haarlem is zal ik je wel meer zien want ik zal trachten dan een dag of 8 met J.R. te komen dan kan J.R. je ook nog eens
[1:3]
zien. - Je zult vreugde aan hem beleven. Ik gaf wat als ik dat kind bij mij had en weer onafhankelijk was.
Ik ben nog maar even op Groeneveld geweest met den ouden Heer Schober en sprak dus Rijker nog niet over de jacht. Nu wordt het weer beter dan zal je werk ook vlotten. Ik ben benieuwd naar Arti en zal je schilderij dan ook niet vooruit kennen dan maak ik prettiger vergelijkingen.
Van Wally Moes mocht ik die twee dingen ‘lezende vrouw’ en ‘brei school’. Ze waren misschien niet oorspronkelijk maar toch wel te genieten. Ik meen dat ge Verster prees. ‘In eene serre’ en ‘Studie’ vond ik leelijk de rest heb ik niet aangeteekend. Van Toorop vond ik er drie goed. Op Maris blijft nu steeds mijn argusoog gevestigd. Werk
[1:4]
maar ijverig opdat de [e[?]ts wortel schiete en ge keur van verscheidenheid te voorschijn brengt. Wij zullen later wel eens zien dat anderen ook de ernst des levens op de kunst willen zien toegepast. Je Amsterdam bij regen bevalt mij weer meer. - Verkoop toch de heideboer niet te laag en bewaar je doeken. Zoo duur zal een schoon doek niet zijn.
Tot ziens
t. à t.
Frank