Willem Witsen aan Elizabeth van Vloten
Plaats: [Amsterdam] |
Datum: 9 juli 1891 |
Verblijfplaats: UBA, XXX A 46, 1090 |
[1:1]
Donderdagmorgen
9 Juli 1891
Mijn lieveling mijn Beb, wat 'n heerlijke lange prettige brieven schrijf je me toch tegenwoordig. Gisteren avond eén toen 'k thuis kwam, dien neem ik dan zoo prettig meê naar boven in m'n zak om in bed te lezen - en van ochtend weér een toen 'k uit m'n badje kwam - 't was 't schellen van den postbode maar dat wist 'k niet en deed daarom gauw m'n lange winter jas aan om te gaan kijken. Ik dacht Wisselingh misschien. Maar die schijnt niet te komen; - die teekening is heel goed zoo bij Buffa, - de volgende week zet hij 'm voor 't raam omdat er zooveel Amerikanen in de stad zijn! Lieve Beb 'k ben gisteren voor 't laatst in Bussum geweest, Martha is af en heb 'k nu hier, pas gefixeerd - ikzelf vin 't nog al goed, tenminste alles wat 'k er van
[1:2]
maken kan op 't oogenblik. Toen 'k terug was in Amsterdam kwam 'k Free tegen op 't Damrak en toen 'k niet met hem meê wou loopen is hij weer terug gegaan naar den Dam met mij - en inviteerde hij mij (om me uit te hooren) om bij Fricke even 'n glaasje te drinken. Hij sprak over Willem (Martha schijnt hem over verteld te hebben wat 'k haar gezegd had) - en zei dat hij er zich niet mee wou inlaten omdat W. dan denkt dat hij er achter zit als 't soms verkeerd mocht loopen. Nu, ik zei niet veel en heel toevallig - want ik dacht dat W. in Bussum was (Juffrouw Pijnappel stond al om half eén op hem te wachten: hij had getelegrafeerd) - kwam Hein met Willem onze plaats voorbij - bij Fricke, - toen is W. met F. meê gegaan naar den trein, en Hein met mij naar m'n atelier. En als H. dat niet gedaan
[1:3]
had, zou Bebpy gisteren avond of ten minste van ochtend 'n brief gehad hebben - want 'k dacht gebruik te maken van 'n uurtje tusschen 5 en 6 om rustig hier te gaan schrijven. En verder zijn Hein en ik den heelen avond zamen geweest en thuis gegeten en hebben onze laatste stuivers broederlijk gedeeld. - Bebpy lief 'k ben benieuwd hoe je dat portret van Martha vinden zult - maar kom maar niet hier Beb - 't is heel goed zóo - en lieve brieven zijn veel prettiger en vooràl beter voor alles dan lieve Bebpy zelve - Beb, dat is misschien iets wat je niet begrijpt omdat in jouw gevoel 't zoo anders is - maar Beb, als je ook blìjven kon, ja dán, - nu ja, je weet 't wel, Bebpy?
Beb, nu is 't half zes, 'k heb sints van morgen goed gewerkt en ook nog platen vernist voor
[1:4]
Breitner die me er om telegrafeerde, - ik heb van Wisselingh nog niets gemerkt dus zal hij van daag ook wel weer niet komen. - Ja, heerlijk mijn Beb, laten we Zondag den heelen dag zamen zijn, - in de duinen of waar je wilt - mij dunkt ook dat 't te druk en onrustig zijn zal in Zandvoort - maar lieve Bebpy, vin je 't in de duinen niet goed? met Pim? Dan gaan we weer bij Jan op Zomerzorg eten, laat, als er nog maar heel weinig menschen zijn. - 't Is wel vervelend dat de Koolen weer buiten zijn en we misschien Cateau zien zitten hier of daar op 'n duin, - Beb, als 't weer maar mooi is en niet meer die akelige koude wind.
Bebpy hoe is 't nu met je hoofie? Mijn hals is weer in orde, bijna, - soms doet 't in eens erge pijn. Vervelend dat Verwey naar Utr. gaat - 'k woû dat 'k m'n dingen weg kon nemen tegen dien tijd.
Dag mijn lieveling mijn lieve lieve Beb, Bebpy, lief kindje van Pim, - dag Beb
je
Pimmy