Willem Witsen aan Elizabeth van Vloten
Plaats: Amsterdam |
Datum: 13 april 1891 |
Verblijfplaats: UBA, XXX A 46, 1077 |
[1:1]
438 1e Parkstraat
Amsterdam 13 April 1891
Maandag morgen
Lieve Beb, lief Bebpy nu heb je me nog niet eens geantwoord op m'n brief van Saturdag en nu weet ik niet of ik morgen kómen zal of nièt. - Beb ik verlang zóo naar die duinwandeling met Beb - 't is nog wel koùd maar zeker toch wel heel moòi, - maar hoe weet 'k 't nu? Zullen we dan maar zeggen Woensdag Bebpy? mìjn Beb - wat is 't alweer làng, - en zoo dichtbij toch; maar 't is maar met 't werk: 'k hoop van daag en morgen 'n heel eind verder te komen met Hein. Gisteren heb 'k geëtst: 't is al klaar om gebeten te worden maar 'k heb nog geen bad, - daar moet 'k van avond nu
[1:2]
op uit - tegelijkertijd naar 'n smid om die schroef te laten maken - wat stel 'k toch alles uit - 't gaat allemaal zoo làngzaam - dat is zeker omdat 'k het niet 't voornaàmste te doen vind.
François is gisteren op de koffie geweest - wij dronken thée, nu ja - hij was heel aardig en opgewekt en hij sprak veel - dat màg ik wel heel graag omdat hij noòit bêtises zegt - hij zègt wezenlijk vèel - heel serieus en spontàan, - goeie dingen. - En Hein was er ook natuurlijk, erg blond en hulpvaardig en aardig met François - maar die blondheid zul je tevergeefs zoeken in m'n ets, die wordt heel zwart als ik niet òp pas.
[1:3]
Maar nu moet eerst z'n geschilderd portret af - dàt, en de twee lòndensche schilderijen moeten af voòr Mei, dus dat is al heel gauw - 'k kan dus nu wel aan Frank schrijven dat ik in de eerste dagen van Mei gelegenheid heb om te komen. - Wil Bebpy daar dan ook op rekenen - lieve Beb? - Beb, 'k geloof heel graag dat Bebpy oneindig veel aàrdiger is dan Pim, - maar 'k vind 't toch wel 'n beetje erg om te zeggen dat Pim heél niet lief is - dat verschil is tè groot Bebpy-kindje - zoo'n heérlijk heérlijk lief meisje als dàt eene, Pim's liefste-Bèbpy - en 'n jongen die heél niet lief is! - En als datzelfde Beppy later kussen zend aan Pim, vind 'k dat heél billijk - alleén
[1:4]
moet ze dan ook er voor zorg dragen dat hij er niet te lang op hoeft te wachten. Daar straks dacht 'k: ‘misschien komt Beb me wel even verrassen’ maar het is nu al bijna twaalf uur en als 'k uit het raam keek zou 'k zeker wel Hein al zien aànkomen. en geén Bebpy. - Zou ik vandaag nu nog iets van je hooren Beb? of weêr niet? of pas als 'k thuis kom van avond? Dag mìjn eigen Beb, - zie 'k je gauw weêr lieve Beb asjeblieft, - in ieder geval Woensdag? kom ik dan om 10.10 in Haarlem? en gaan we dan naar de duinen Bebpy?
Er staat nu 'n berichtje in de Art dans les deux mondes over de N.Yorksche expositie waarbij ze mij wèl noemen, - ik begrijp 't niet. - Van Arti merk ik niets meer, dat vind ik wel jammer.
Dag lieve lieve Beb, dag. Daar komt juist je korte briefje - goed, 'k kom van avond met den gewonen trein.
dag.
Pim