Willem Witsen aan Elizabeth van Vloten
Plaats: Amsterdam |
Datum: 23 februari 1891 |
Verblijfplaats: UBA, XXX A 46, 1070 |
[1:1]
[briefhoofd Mij. Arti et Amicitiae, Amsterdam]
Amsterdam, 23 febr. '91
Maandagavond
Ik ben zoo blij lieve Beb, mijn Beb - vandaag is hij verhuisd, - en nu wordt er morgen schoongemaakt en moet 'k er vroeg naar toe en dan hoop 'k dat 'k er morgen avond kan gaan slapen. In dat geval zal 'k Woensdag morgen niet aan den trein zijn mijn Beppy omdat 'k 't zoo druk zal hebben en nog 'n heele boel doen kan vóor dat je komt; maar als 'k nog niet van Adrian weg kan, zal 'k aan 't spoor zijn, - 't zou me wel spijten omdat 'k dan Marietje niet zie - maar 'k vin 't toch prettiger om m'n teekeningen en Petit-noir te voorschijn te brengen, - en alles zoo'n beetje aan kant te maken. Kom je dan
[1:2]
dadelijk naar de Parkstraat mijn Beb? om me te helpen? en ben je niet erg nieuwsgierig? 'k Hoop nu maar dat 'k in staat zal zijn van morgen een en ander wat 'k noodig heb aan te schaffen - misschien ga 'k daar straks nog op uit. Ik heb zoo even billard gespeeld met Ietje - hij kwam bij Mast waar 'k alleen zat te eten - Jaap en Jacobus waren geïnviteerd bij Mr. v. Wezel. - Gisteren avond heb 'k weer geschaakt bij Ising en Willem en Hein heb 'k van middag nog even gezien. W. was erg in z'n schik over den uitslag van z'n correspondentie met Verwey over die copie - enfin - 'k heb er heel wat van gehoord maar zal daar nu niet over schrijven. - Vincent kwam 'k van nacht tegen in de Kalverstraat
[1:3]
dicht bij Adrian. Ik had hem in zoo lang niet gezien en hij wilde me spreken, zoodat we elkaar van daag weer ontmoet hebben. - Van middag gaf Breitner me de sleutels en nu komt hij niet meer terug; hij heeft nog wel een en ander laten staan maar dat hindert me op 't oogenblik niet. Hè, 'k verlang zoo om daar te wonen en te werken, heel veel en heel prettig - maar dan moet Beb ook dikwijls komen anders ben 'k genoodzaakt om in Haarlem te komen en dat zou me heel veel tijd kosten - 't duurt nu ook weer zoo vreeselijk lang. Veel te lang en waarom? Ik vroeg of 'k in H. zou komen en daar heb je niet eens op geantwoord - maar 'k moet toch eens gauw om te gaan naar de Bréestraat - om die etsplaten uit de duinen enz. - 't Zal morgen nog wel
[1:4]
'n drukken dag zijn om de rest uit te pakken vóor dat 't schoongemaakt wordt en om alles te redderen.
Je hebt wel gelijk mijn Beb met wat je zegt van 't Prinsesje - alleen zal de voorstelling die 't prinsesje zich maakt van haar vader als koning, wel heel weinig van de werkelijkheid hebben, - terwijl de voorstelling die mijn prinsesje zich maakt van Pim altijd ònder de realiteit blijft, - maar als geheel Beb en niet bij gedeelten, - 't is waar, - 'k heb gelijk, dat weet 'k zoo, zie je mijn Beb, - en nu schei 'k uit. - Karsen is binnen gekomen en andere menschen en met dat gepraat is 't schrijven moeielijk. - Beb, als 'k niets meer van je hoor dan reken 'k er op dat je Woensdag om 11 uur bij me bent - als 'k niet aan den trein ben.
Dag mijn Beb mijn lieve Beb - is dat prettig Toonkunst en Marietje?
Dag mijn Beb.
Pim