Jacobus van Looy aan Willem Witsen
Plaats: [Nieuwer Amstel] |
Datum: [half december 1890] |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
Daar stuur ik je, Wim, een versje dat ofschoon niet perfect geschilderd je toch wel, hoop ik, iets zeggen zal. Ik heb het eergisteren gemaakt en vandaag aan Kloos gestuurd. Maar daarvan niet.
Ik heb je schilderijen uitgepakt en een briefje aan Keyzer geschreven. Ik ontving nog geen antwoord. Zaterdag schreef ik. Ze behoeven niet gevernist, maar je had, dunkt me wel die goude lijsten wat zorgvuldiger kunnen behandelen, ik zal ze als je 't goed vindt, wat met geeloker bij kleuren, ik bedoel dat ze scherp in 't vierkant weêr staan. Dat is erg noodig om de oogen te betooveren.
Ik vind ze allebei zeer echt - het groote maakt me een beetje tureluursch door zijn onberispelijke gaafheid van schilderen ofschoon ik ook wel vind dat het soms een beetje leêg is, 't kleintje bevalt me soms beter. Soms ook
[1:2]
niet - me dunkt een donker-bruin [xxx[?] lijstje zou heel1 goed staan er om - je bent toch een verschrikkelijke kladdebutter met je lijsten geweest. Wel - wel - hoor die zuinige Kobus, zal je zeggen.
Nu - 't zal aan mij niet liggen als ze niet toehappen, wel, zullen ze de sprokkelaars verkiezen vrees ik, maar de brug - denk ik ook wel - 't meest vrees ik voor 't andere, als ik wat weet schrijf ik natuurlijk dadelijk.
Zoo hard als die sprokkelaars zijn en geposeert is er toch een aardige distinktie in, die ik nooit in die tijd heb kunnen bereiken, er zijn een paar mooie roodjes bij, en een paar goeie lijnen.
't Is wel aardig dat ding daar te zien met zijn ouderdom van vier jaren, ik geloof dat ik van jullie
[1:3]
allemaal nog 't meest de oude Adam ben gebleven - verander het beestje eens wie zal er wat aan doen.
Hoe schik je je in Londen met je alleenschap? - Best - zeker wel. Ik ben sinds een poosje met werken aan de sukkel - door allerlei gekke levens omstandigheden. Des femmes - ah oui, ook is er een mijnheer me uit mijn bed komen halen. Werkelijk op een morgen en waarom denk je........ om de Nachtwacht te copieeren. Hé, wat een stevige boterham op je nuchteren maag. Deze aardig heid heb ik al driemaal in een brief geschreven - ziedaar een bewijs van echtheid. We zijn nu nog aan 't pourparleren over het Joodsche Bruidje - als ik daar een bom duiten voor krijg - zou ik dat wel willen wagen. Maar ja er komt niets van terecht -
[1:4]
dat zal je zien - en mijn hebzucht zal wel verzuipen in al zooveel subtiliteit.
Nu adieu, zoodra ik weet schrijf ik, de vracht was ƒ26 - met 1 Cent.
Denkt er om, als je verhuist 't is nog al omslachtig die boot, zoo.
Je
Jac v Looy