Johann Eduard Karsen aan Willem Witsen
Plaats: Amsterdam |
Datum: 3 februari 1889 |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
Amsterdam 3 Febr. 89.
Wim, beste, ik moet weer beginnen met excuus te vragen, ik heb je weer lang laten wachten, maar ik ben niet dikwijls in een stemming om briefjes aan een vriend te schrijven. Ik geloof wel dat je gelijk hebt; ik ben een beetje raar, en juist daardoor trok het rare in jou mij aan, ik mis je dan ook. Wat je zegt over het schrijven door schilders is wel waar en ik heb er ook vreeselijk 't land aan, ik doe het ook altijd met opoffering. Ik wil je mijn oordeel over van Collen eens zeggen. Nu, ja, te verwonderen is het niet
[1:2]
dat Tholen met den prijs streek, ofschoon ik het een beginseloos maar handig geschilderd ding vond. Zelfs een veel betere Comissie zou er ingeloopen zijn. De schilderij van Smith was infaam. Naar het zeggen van sommigen had ik den prijs of de premie verdiend, maar ik vind zelf dat het zeer slecht was, 't was het overblijfsel van iets goeds. Nu moet ik nog eens een ernstig praatje met je houden: Ik heb slechts één maal nadat je weg bent iets ontvangen - en zal blij zijn als het voorgoed weg blijft. Ik weet dat jij hier niets van weten kunt, maar laat het hierbij blijven. Kom, versta me nu niet verkeerd en wordt niet boos, dat zou ik op mijn woord voor veel niet willen.
[1:3]
Maar ik heb het werkelijk niet meer noodig - in den laatsten tijd heb ik nog al eens iets verkocht en ik beloof je, je hulp weer interoepen als ik ze noodig heb. Geloof me je bent een van de weinigen tegen wien ik niet trots ben, of het je schelen kan of niet. Nog heel goed weet ik me ons klein maar plezierig reisje van Katwijk naar Leiden voor te stellen. Ons gesprek weet ik zelfs nog precies. Ook onze grootere reis zal ik niet vergeten. Nu vraag ik jou op mijne beurt: laat ons niet meer over je-weet-wel spreken, Wim. Misschien kom ik je nog wel eens opzoeken, als ik je maar vinden kan in zoo'n labirinth. Nu werk gezellig in je aardig ateliertje - je vindt misschien gezellig hier een leelijk
[1:4]
woord, maar ik vind dat een schilder zich nooit gezelliger voelt dan bij zijn werk. Nu oude, ik zal me er optoeleggen je in 't vervolg wat betere en belangrijker briefjes te schrijven.
Een hartelijken groet van
je vriend
Ed.Karsen