Hendricus Johannes Boeken aan Willem Witsen
Plaats: Amsterdam |
Datum: 17 december 1888 |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
Amsterdam 17 Dec. '88.
Beste Wim, Het gaat ons hier heel goed en het bevalt mij hier in Amsterdam ook weer nogal. De lui zijn niet erg veranderd. Alleen, Goes heeft een litteeken boven zijn linker oog, van een slag op zijn kop van twee kerels om een hoek van twee straten in de Nieuwe buurt. De Bodega is er nog, en de Poort nog en de Franciskaner ook, of Alhambra er nog is weet ik nog niet, want ik ben er nog niet geweest. Zij waren allemaal heel blij dat ze ons weer terug zagen. Looy heeft een stuk over de Stemmingen geschreven, waar ze allemaal boos over zijn en dat nog niemand gelezen heeft.
[1:2]
Willem is steeds zeer goed in zijn humeur, en in zijn schik over den gang der redactie zaken. Albert heb ik nog niet gezien. Ik heb hem twee sonnetten gestuurd, maar hij heeft niets van zich laten merken. Ik heb ook al wat meer geschreven en ik geloof dat ik daar nog wel wat mee zal voortgaan; als het wat meer is zal ik wel eens wat sturen.
Ik heb een goede reis gehad, behalve dat ik 'm op de boot een beetje heb om gekregen. Zoodat ik in de salon een mof half in 't holl. half in 't Engelsch heb uitgescholden. Toen ik thuis kwam vond ik daar Kloos en Gorter aan het koffie drinken en Gorter
[1:3]
aan het voorlezen van zijn gedicht. Ik heb het ook voor gedeelten gehoord maar het is moeielijk hem te volgen. Hij leest zeer eentónig. Het is een opeenvolging van fantasieën, van de natuur met goden erin. Kloos is er zeer mee ingenomen. Het is hier zeer zacht en vooral in de kamer nog al warm. Wij amuseeren ons zeer met de jongste persproducten. Zooals de portefeuille c.a. Ook lezen wij dikwijls aan andere jongelieden het stuk over de Bulgaarsche letterkunde voor dat zij tot nu toe niet gesnapt hadden.
Gisteren hebben wij met zijn 6sen na het eten koffie gedronken op de zeer artistieke kamer van den hoogst ontwikkelden Biederlack. Hij zal ons nooit weer inviteeren, ook
[1:4]
zal hij in het vervolg in andere opzichten vóorzichtiger met ons zijn.
Willem heeft nog altijd niet die twee pakken gekregen die hij uit London verwacht.
Schrijf mij eens van je werk aan de bruggen en andere publieke werken.
Vale
t.t.
Hein