Hendricus Johannes Boeken aan Willem Witsen
Plaats: Fiesole |
Datum: 20 november 1888 |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
Fiesole 20 Nov. 88.
Beste Wim,
Ik hoop jullie, Willem en jou, binnen eenige dagen op te komen zoeken. Dan ga ik over Calais & Dover en kom op den een of anderen ochtend om 5 uur te London aan. Ik zit hier heel mooi, buiten in de zon, maar, wat ik niet verwacht had, het alléen reizen bevalt mij niet. Als je mij soms naar Venetië mocht hebben geschreven, dan krijg ik dien brief niet, want ik kom niet in Venetië. Ik ben over Brindisi gegaan.
[1:2]
Ik wou dat jullie hier waart, dan zouden we heel wat plezier hebben. Wil je mij in allen geval voor de securiteit telegrafeeren, poste rest. Calais of je mij kunt ontvangen? Want ik zou het erg beroerd vinden als ik in London kwam en jullie waren misschien juist een uitstapje gaan maken.
Ik heb op de boot al zoo'n beetje kennis gemaakt met Engelsche gewoonten, het was een Engelsche boot. Ik hoop dat jullie anders eet dan daar, ik kon daar niets eten, bovendien was ik aldoor een beetje zeeziek en het stonk er naar varkens vet en ossenpis.
[1:3]
Ik ben zeer verlangend te weten hoe het Willem gaat. Hij neemt mij toch niet kwalijk dat ik geen kroniek heb geschreven.
Nu, ik heb heel wat gezien. Ik zal je daar wel eens wat van vertellen. Gisteren was ik in Rome, eergisteren in Napels, van morgen om 6 uur ben ik te Florence aangekomen en nu ben ik toevallig al wandelende en zonder den weg te weten, te Fiesole aangekomen.
Ik heb al dien tijd niets van Amsterdam vernomen. Wij hebben er de laatste dagen nog zoo'n beetje gefuifd & den laatsten avond tot afscheid oesters gegeten bij van Laar, nl. Goes,
[1:4]
George, Chap, Looy, Vincent en ik, met dat gevolg dat wij om half drie tollend in bed zijn gekomen en 's ochtends om 6 uur er weer uit & om half negen met de trein weg.
Nu, in Calais zal ik in allen gevalle maken dat ik je telegram krijg, ik geloof dat ik daar een paar uur den tijd heb. Ik denk zoowat Zondag maar ik kan het niet zeker zeggen. Het is 48 uur sporen en het is hier zoo mooi. Ik ga niet in éens door.
Tot spoedig
t.t.
Hein