Frederik van Eeden aan Willem Witsen
Plaats: Bussum |
Datum: 6 en 7 november 1888 |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
Bussum
6 Nov. '88
Niet doen, Wim! Ik zou 't niet doen.
(7 Nov.)
Gister heb ik je een langen brief geschreven - en die overbeteekend - toen heb ik de bovenstaanden regel gezet en ben naar bed gegaan. Ik zal geen uitleg geven van mijn raad want dan verval ik in beschouwingen die mij pijn doen bij 't schrijven en die ik bovendien niet vertrouw. Maar ik herhaal het: leg die verzen in een kast en doe of ze er niet zijn. Ze zouden Willem's goede stemming vergiftigen en
[1:2]
niets goeds uitwerken. Als Willem vraagt hoe ze zijn zeg dan dat 't natuurlijk kranig werk is, maar dat ik nog niemand hier in Holland heb gesproken die ze rechtuit mooi vond. Heb je ze zelf gelezen? - Niet? - Wacht er dan vooreerst mee als je kunt. Ik vrees dat je je indruk, die niet aangenaam kan zijn, niet voor Willem zult kunnen verbergen en hij heeft me gezegd dat het geheimhouden bij jelui samen leven zoo moeielijk is.
Ik heb zooeven zijn brief in verzen gekregen. Dank hem er voor als je wilt, maar vraag of ik ze vóór me moet houden, of dat hij goed vindt dat de
[1:3]
sonnetten in de N.G. komen.
Het gaat goed met de aflevering - er is copie genoeg. Van van Groeningen is een lang stuk, van Aletrino een kleiner. En een zeer fraai opstel van Karel Thijm over le Rêve. Ik raad je sterk aan le Reve te koopen als je 't krijgen kunt, anders zal ik het je sturen. Het is zeer buitengewoon.
Mevrouw Huët heeft Goes een brief geschreven over zijn brochure, vol lof en met heel merkwaardige citaten uit brieven van haar man. Daaruit blijkt dat hij zeer vervuld was van ons, en voortdurend overwoog hoe het kwam en wat er aan te doen was dat de jongeren en hij elkander niet behoorlijk begrepen. De roman van Karel
[1:4]
is af. - Hein is zooals je wel weten zult naar Egypte. Ik zal een beoordeeling schrijven van het malle boek genaamd ‘Kippeveer’ en Albert schrijft over andere boeken.
Ziehier eenig nieuws. Over Arti is door Karsen geschreven in de Amsterdammer. Hij heeft er zelf een heel goed schilderijtje. Jouw groote stuk wordt over 't algemeen mooi gevonden, maar sommigen (onder anderen I.I.) vinden het kleintje toch beter. Er is een fameus mooi portret door den ouden Israëls, het pronkstuk van de tentoonstelling.
Ik zal Willem nader schrijven over zijn verzen, die ik zeer mooi vind. Je moet niet boos zijn dat ik je brief aan Veth heb laten lezen, ik deed het met goed opzet. Ziehier ingesloten een briefje van hem. Hans is heelemaal beter.
Honderd groeten van Martha en mij aan jelui beiden
Free
[1:1]*
Schrijf me vooral uitdrukkelijk als je wilt dat ik iets geheimhoud, want er word mij zooveel na jelui gevraagd.