Johann Eduard Karsen aan Willem Witsen
Plaats: [Amsterdam] |
Datum: 1 november 1888 |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
1 Nov 88.
Beste Wim, Naar Boeken kan ik niet gaan, 't zou me te lang ophouden, daar hij waarschijnlijk dan te Marseille is. Hij brengt zijn broêr weg tot Alexandrië, en blijft waarschijnlijk wel een week of zes. Je zult 't dus niet van me vergen.
Verweij heeft een nieuwen bundel uitgegeven, dat zal je waarschijnlijk wel weten. Ik heb een poosje gewacht je te schrijven tot ik wat zoogenaamde kritiek gelezen had - 't is nog niet veel. Je hebt de eer, aan den kritikus van 't Handelsblad niet te behagen. Je prolétariërs zeggen hem niets, dan dat hun dijbeenen te scherp tegen de lucht afsteken. 't Staat er. Oorspronkelijk van opvatting is volgens de NR. je stemmingsvolle doek Avond. Het Vaderland zegt woordelijk dit:
[1:2]
W.W. is blijkbaar een bewonderaar van Millet en streeft er naar, voor onze landbouwende bevolking te doen wat M. voor de Fransche gedaan heeft!!!!!!!!!! In schoonheid van kleur en het uitdrukken van atmosfeer is W. zeer artistiek, doch de bouw zijner menschen en zijn anatomische kennis, laten nogal te wenschen over. Het uitsteken van het linker dijbeen van de daglooner op Avond is of onjuist of een misstand die in een Kunstwerk vermeden moet worden. De kunst van spieren onder kleeren uit te drukken, waarin M. zoo buitengewoon uitmuntte, is een geheim dat W. nog volstrekt niet doorgrondt. Er bevinden zich nog geen menschen in zijn kleêren!!! Er heersch een aantrekkelijke warme toon in W.'s schilderijen.
[1:3]
Meer heb ik nog niet gelezen, je kunt er je voordeel meê doen. Zul je? Ik schrijf er later meer van.
Ik werk hard, maar ben beroerd, het lijkt of ik in een leêge wereld loop. De Engelsche leden der Etsclub antwoorden mij niet op mijn brieven en de post neemt geen kwitantiën voor Engeland aan. De Brusselsche zijn ook stuipekoppen, die willen 't album eerst hebben. Nu beste Wim ik weet waarachtig niets meer te vertellen als dat 't me altijd veel plezier doet als ik jouw handschrift zie. Ik kan zoo moeielijk over me zelf praten en van anderen weet ik zoo weinig.
Ik heb een etsje gemaakt, waarvan ik geloof dat 't goed is, omdat ik er zoo in ben geweest. Ik zal wel eens bespraakter worden.
Hartelijk gegroet door
je zeer toegenegen
J. Ed. Karsen
P.S. beste Wim, ik zal altijd graag voor je doen wat je door me gedaan wil hebben.