Willem Witsen aan Albert Verwey
Plaats: Ewijkshoeve |
Datum: [21 november 1887] |
Verblijfplaats: UBA, XLI B, 17994 |
[1:1]
Ew. Maandagavond,
Ik ontvang zoo even je brief en kan dus niet helpen als deze wat laat komt. Voor zoover ik weet is de huur f 300- dus f 75. in de drie maanden. - Ik geloof stellig dat G. 't er op toeleit om wat zakgeld te krijgen. Kool is de man niet om hem geld te geven om 't later terug te willen hebben, ook dàt geloof 'k niet - maar dat weet 'k niet, en zal informeeren. Van boos worden is geen sprake, 'k vind die heele zaak, vooral om G. beter te leeren kennen, heel vermakelijk. Zoodra 'k de waarheid weet, zal 'k 't je schrijven, maar 'k vrees ook dat je je niet vergist en dat G. ons leelijk te pakken wil hebben - dit zal moeten blijken. - Ik raad je in ieder geval G. geen geld te geven omdat 't, verbeeld 'k me, overbodig is, hij heeft 't van K., en buiten dien 'n teekening verkocht of 'n schilderij? aan de verloting of allebei. En daar hij nooit z'n schulden
[1:2]
betaalt, veronderstel 'k dat hij 't op z'n gewone manier kwijt raakt. Ik geef 't niet, - en niets meer voor 'k goed op de hoogte van z'n zaken ben. Die Georges is zoo'n slimmert maar toch weer zoo spontaan en van 't oogenblik, dat hij zich telkens verpraat en in z'n spel laat kijken; ja, dat is bepaald om van te schrikken dikwijls; en uit kieschheid laat je 't niet merken, maar toch was 't misschien beter om hem eéns en voor altijd te bewijzen dat je hem kent.
Ik ben op 't oogenblik aan 'n tamelijk groot schilderij dat me erg in beslag neemt - 'k heb dus verder niets te beweren. Als die zaak van G. nu uit is, hoop 'k nog 's op 'n brief van je over iets anders, als je tijd hebt. Ik schreef gisteren aan Kl. 'n gek briefje, maar voor mij van 'n zeker belang. Als je Valk 's tegen z'n lijf loopt vraag hem dan of hij mij
[1:3]
die couranten 's wil zenden, waar 'k Looy om gevraagd heb maar die heeft 't vergeten.
Nu, 'k geef je 'n stevige hand. Tot ziens; dag,
Willem