Willem Witsen aan Jacobus van Looy
Plaats: Ewijkshoeve |
Datum: 17 maart 1885 |
Verblijfplaats: Frans Halsmuseum Haarlem, Van Looyarchief, inv.nr. 1228 |
[1:1]
Ew. 17 Maart '85.
Looy,
'k Zou wel eens met je willen praten; over dingen die 'k met niemand bespreken kan omdat niemand hier schilder is.
Maar 'k vrees dat je zoo in andere zaken verdiept bent dat je niet eens naar me zult luisteren.
Wat is 'n vraag zonder repliek? Als 'k je nu b.v. ging vragen of je 't niet met me eens bent dat.. 'k zal 't voor straks bewaren.
Wat 'n rijk leven heb je nu! Waar blijf je toch met je indrukken? Wat heerlijk zoo alleen, zonder iemand rekenschap te hoeven geven en nooit verveeld te worden. De Italianen zijn vrolijke lui, hè? en ze weten wel te leven. - 'k Begrijp niet dat in zoo'n mooi, warm land waar mooie vrouwen zijn, wier bloed nog al vurig is, naar we altijd moeten hooren, je zoolang kunt zijn zonder begeerig te worden; maar als hollandsch artist ben je te serieus om veel tijd te hebben voor 't geen je als gewoon mensch misschien niet zou kunnen laten!
Tot nog toe heb 'k niet kunnen opmerken of je na 't zien van sommige oude Italianen van opinie veranderd bent: wel 't tegendeel, dat je zeer versterkt bent in je meening over Michel Angelo. Rafaël heeft zoo min jou als mij ooit bekoord, behalve dat kleine uit den Louvre.
[1:2]
Toch heerlijk om dat alles te zien. Weet je wel hoe we genoten van de teekeningen in den Louvre, del Sarto, da Vinci, Mantegna etc.? Kerel, je bent midden in 't beloofde land!
Ik ben druk aan 't werk. Parijs moet op me wachten, zoo lang 'k niet klaar ben voor Antwerpen en Rotterdam. Vindt je niet dat 'k gelijk heb? Wanneer 'k hard gewerkt heb met resultaat dan zal 'k eerst recht in Parijs uitblazen en 'n lekkerleventje hebben; maar 'k heb nog niets klaar.
Maar daar wilde 'k je eigenlijk niet over schrijven. (Wat moet je laag neêrzien op ons getob en gezwoeg als je elken dag Michel Angelo ziet!) Wanneer 'k 'n oogenblik kon denken dat dit briefje naar de frissche hei lucht zou gaan ruiken dan zou 'k - dit zweer 'k - de pen neerleggen die 'k pas op nam en m'n plan om je eens 'n kort briefje te schrijven, dadelijk opgeven! - Neen Looy, 'k heb 't oogenblik wèl gekozen; 'k kom pas uit Amsterdam waar 'k me verzadigd heb aan machtige theoriën en theoretiesche vuiligheid, burgerlijke bekrompenheid en stinkenden walm.
[1:3]
Hoeveel menschen zouden er zijn die 'n schilderij begrijpen? die kunnen zeggen waarom ze 't mooi vinden en zich niet verschuilen achter uitgekauwde phrasen, 'k geloof bedroefd weinig. Wat 'n zeldzaamheid is 't niet als iemand 's niet kijkt naar voorstelling! Verwey beweerde laatst (bij Kloos) dat 'n schilder even als 'n dichter z'n werk begon om 't sujet (als voorstelling) en dat kleur en lijnen, opvatting en alles daàraan ondergeschikt waren; waarop 'k hem vertelde dat 'k juist van de week in 't bosch 'n kakkende kerel had gezien die me als iets heel moois aan deed, door karakter, expressie, lijnen en vooral kleur - goddome, 't was zoo echt. - Als argument dat 't onderwerp hoofdzaak is, voerde hij aan dat 'k nooit b.v. Jezus zou schilderen op 't oogenblik dat hij op 't kakhuis zit; waar uit blijkt dat-i er niets van begrijpt, want 'k zou 't zeker niet doen om de voorstelling, maar zeer zeker wanneer 'k 't zag en 't me op éen of andere manier frappeerde, 'n andere zaak is dat 't heele geval ver gezocht is. Van kleur heeft Verwey 'n heel alledaagsch begrip hij denkt dadelijk aan rood of blauw of geel of groen.
[1:4]
Alle kleuren kan 'k in klanken weergeven, zegt-i. Dat stuk van Kloos over Breêroo is erg scherp en verneukeratief, maar dat zullen ze pas merken wanneer 't feest voorbij is en ze 't den volgenden dag rustig na lezen. Hij heeft er innig veel schik in: 'k heb z... ze allemaal v.. ve.. verneukt' zegt-i met 't leukste smoel van de waereld. - 't Is knap geschreven. - Met v. Deventer en Ham maak 'k nog al 's trio's, dan komt v. Eeden, Kloos etc. luisteren. Er wordt dan veel over je gesproken en je brieven gaan van hand tot hand.
En nu 'n vraag waar je me eens op moet antwoorden als je niets anders te doen hebt: Geloof je niet dat in sommige kunst (b.v. B. Lepage in zijn foins, etc.) fantasie 'n gebrek is en bijgevolg gebrek aan fantasie 'n deugd? Met oordeel en keuze werken is toch iets anders dan willekeurig fantaseeren. En wat 'n schilderij van hem onderscheidde van 'n fotografie naar de natuur, dat was z'n sentiment of liever z'n temperament, was 't niet? dat was niet z'n fantasie, die bewaarde hij voor z'n Jeanne d'Arc etc. Begrijp je wat 'k bedoel? Schrijf me eens terug.
M'n oordeel heeft natuurlijk geen waarde: toch wil 'k je zeggen dat 'k je Tiber sonnet mooi vind, heerlijke regels erin. - Wat 'n genot, wat 'n genot toch.
Vele groeten van C's,
'n hand van je vriend
WimWitsen