Anthonij Mauve aan Willem Witsen
Plaats: Den Haag |
Datum: 28 december [1884?] |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
den Haag, 28 Dec.
Amice!
Ik had je brief al eerder beantwoord, indien ik toen al had kunnen bepalen, wanneer ik van de uitnoodiging zou gebruik maken, Gij schreef mij zoo aanlokkelijk, doch eenige schilderijen moest ik noodwendig voor Nieuwe jaar af maken. Ik hoop dan in het begin van het nieuwe jaar (dat ik u dan nog schrijven zal) te zamen de heide te doorwandelen en zeker veel over onze Geliefde te praten. - Het deed mij erg veel genoegen dat gij met lust zit te arbeiden, ik verlang ook je nieuw atelier te zien.
[1:2]
Mogt ik zoo gelukkig zijn een onderwerp bij U te vinden dat mij geschikt voorkwam voor de Antwerpsche expositie, volgaarne zou ik het aanbod aannemen, om het bij U in elkaar te zetten, doch gij weet, dat zoo iets te vinden niet zoo makkelijk gaat, onze Godin is soms zoo grillig, juist als je haar wil spreken, houd zij zich schuil en als je niet direct aan haar dacht, komt ze onophoudelijk hándjes geven en is zoo vriendelijk, enfin - wij zullen zien, in allen gevalle, ik hoop de tweede
[1:3]
of derde bij Ulieden te komen, en verheug mij al vast in Uw vriendelijk te huis. - In allen geval schrijf ik U nog.
Arntzenius zal waarschijnlijk niet van de partij zijn.
Ontvang de hartelijke groeten aan Vader en Coba's en geloof mij
t. à v.
AMauve.