Willem Witsen aan Jan Piet Veth
Plaats: Ewijkshoeve |
Datum: 3 december 1884 |
Verblijfplaats: RPK, autografencoll. Jan Veth, inv.nr. Br 10; [1:1] en [1:4] op microfiche nr. 105/66, [1:2] en [1:3] op nr. 105/67 |
[1:1]
Ewijksh. 3 dec. '84.
We hebben -
Je valt me hier al dadelijk in de rede; parlez pour vous, monsieur, hoor 'k verontwaardigd me toevoegen en gedweê als 't betaamt haast 'k me overnieuw te beginnen.
Ik heb, wou 'k zeggen, Zondag van de korte oogenblikken zoo slecht van je gezelschap geprofiteerd, dat 'k maar net zal doen, als of 'k je niet gezien en gesproken had, om je te antwoorden op je laatsten brief, die me 'n verwarming in al die winterkoû was. A propos van 't weêr moet 'k eens even luchten hoezeer 'k ingenomen ben met 't plan van Logos om ons voor eerst nog te vrijwaren van sneeuw & vorst en me in staat te stellen voorttegaan aan Peter dien 'k juist voor onbepaalden tijd op nonactiviteit had willen zetten, Wat 'n couranten stijl. 't Hoeft bijna niet onder te doen voor de brieven van Jan van 't Sticht.
Over je voornemen om 'n etsclub op te richten zou 'k graag mondeling eens met je praten. 'k Durf niet zeggen dat 'k je bedoeling volkomen begrijp, maar als 'k me niet vergis
[1:2]
en mijn medewerking samen kan gaan met mijn wonen buiten Amsterdam, dan zou 't me heel veel pleizier doen met jou & anderen zamen te werken om wat nieuws en degelijks te presteeren. Ik heb er niet lang over te ‘peizen’ om al gauw lust te krijgen aan 't werk te gaan. Waarom zou 'k bezwaren maken? 'k Heb er maar eén: vrees voor gebrek aan capaciteit - je ne parle que pour moi. - Wanneer je dus eens kunt, schrijf dan 'n kaart en kom er eens over praten; 'k zou toch graag hebben dat je m'n Peter eens zag: 'k schei er gauw mee uit, 't wordt weer even zwaar en vervelend als de rest, die afhankelijkheid van 't weer maakt me zenuwachtig.
Zeker is die homunculus 'n aardig broekje en 'n knap ditootje ook; wat hij zegt doet goed aan ieder jong hart dat walgt van oud bakken kost; maar zeg me eens of je zijn toon niet 'n beetje onfijn, 'n beetje kwajongensachtig vindt? Me dunkt dat dat schade doet. Zou men de waarheid niet kunnen zeggen zonder ruwheid, Kloos kan dat wel; en zou ook hier fijnheid
[1:3]
niet samengaan met meerdere scherpte? Dit is 'n indruk die 'k weifelend opschrijf: 'k zou 't 'n ander ook niet durven zeggen.
Z'n camera is toch kostelijk hier & daar; toch hinderde me die overal doorschemerende zelfingenomenheid en de rol van braaf christen die hij zich zelf altijd toe dicht. Ik lees er de laatste dagen nog al eens in - en met veel pleizier - en 't viel mij op hoe goed zijn typen zijn en hij nooit individuen geeft; is dat niet zoo? Altijd algemeen, alle meisjes hebben lieve gezichtjes, mooie lokken, blond, bruin of zwart; mooie oogen, lieve of coquette karakters etc. Is dat niet oppervlakkig?
De Cobaas vertelden me dat ze op je atelier geweest waren en te vergeefs gezocht hadden naar 't portretje van je vader. Ze weidden zeer uit over de portretten van je zusters en van Maria wat ze zeldzaam goed gelijkend vonden, en over je naakten jongen, ze maakten me belust eens gauw bij je te komen kijken, schrik maar niet - 'k heb toch geen tijd.
Je schrijft me niet hoe Looy over je etsclub-plan denkt, of doet hij niet mee?
[1:4]
Hoe vond Verwey je vers; ik durfde er niets van te zeggen wel wetende hoe weinig waarde zoo'n oordeeltje heeft - al was 't alleen daarom, zou 'k graag wat van poëzie willen weten; mooi vinden kan iedereen.
Wanneer nu je puristiesche vlaag overgewaaid is, houd 'k me aanbevolen voor 't verdere vertaalde; 'k verlang er naar.
Wanneer je aan Ch. v. Deventer schrijft vraag hem dan niet om mij op z'n promotie partij te vragen; hij zou dat nooit uit zich zelf doen, om dat 'k er niet bij hoor en dan zou 'k er natuurlijk niet naar toe gaan. Ik heb je mondeling ook nog 'n vraag te doen, als je eens hier komt; dat arme Lucas, 't is 'n rampzalig end; alles eigen schuld waarover 'k toch 'n beetje Schadenfreude heb; 't is jammer, het beloofde wat. M'n bizondere groeten aan Stang als je hem ziet. Ik houd je nu aan je woord om me gauw te antwoorden als 'k schreef. Ik verbeeld dat 'k 't deed, althans iets wat er voor door moet gaan.
t.t.
WillemWitsen