Biographisch anthologisch en critisch woordenboek der Nederduitsche dichters. Deel 6 VIC-ZYP

[Pieter van Winter, Nic. Simonsz.]

Winter (Pieter van), Nic. Simonsz., zoon van den voorgaanden, bij zijne eerste echtgenootejohanna muhl ¹, werd geboren te Amsterdam, in 1745. Hij was, even als zijn vader, een beminnaar der fraaije letteren en beoefenaar der dichtkunst. In 1797 gaf hij eene zeer verdienstelijke dichtmatige vertaling in het licht van popes Proeve over den Mensch; in 1804 volgde zijne overzetting der Lierzangen van horatius, met zeer lezenswaardige aanteekeningen. Bijna gelijktijdig verscheen zijne vertaling van den eersten zang der Aeneis, als proeve, die ongemeen veel goedkeuring vond, waardoor hij aangemoedigd werd, om de vertaling der overige boeken insgelijks te ondernemen; doch toen hij het vierde boek had afgewerkt en uitgegeven, verraste de dood hem in 1807, waardoor deze verdienstelijke arbeid onvoltooid gebleven is.

1 Aangaande deze achtingwaardige vrouw schreef van winter mij in een' vriendschappelijken brief den 12 Februarij 1805: ‘Schoon zelve geene dichteresse, was hare schranderheid en karakter zoo verheven, en hare uitmuntendheid zoo groot, dat ik niet kan nalaten op zulk eene moeder eenigen roem te dragen,’ enz.