Biographisch anthologisch en critisch woordenboek der Nederduitsche dichters. Deel 6 VIC-ZYP
(1827)–P.G. Witsen Geysbeek– Auteursrechtvrij[Adriaen Wils]Wils (Adriaen), van Antwerpen, leverde als ‘Perticvlier’ op het Mechelsche Peoenfeest, den 3 Mei 1603, een refereyn in, hetwelk de broeders met de anderen lieten drukken. Hoe fraai het was kan men genoegzaam beoordeelen uit de volgende regels: Cicero ons oock schrijft, en lieffelijck wijst aen
Hoe dat den mensche is, siet d'een om d'anders wille
Vortcomen en gemaeckt heel nuttelijck in dees baen,
En sijn de winckelmaet, daer recht op drayt de spille.
Vernuft is leyderin des leuens sonder brille,
Iae dat de wetten stelt, al siet men daeraf scheluen
Ga naar voetnoot2
Al wees certeyn omhoegh Anaxagoras stille,
Maer Chilos leer ick prijs, die seyt, mensch kent v seluen
Ga naar voetnoot3.
|