Biographisch anthologisch en critisch woordenboek der Nederduitsche dichters. Deel 5 OGI-VER
(1824)–P.G. Witsen Geysbeek– Auteursrechtvrij[Marcus van Vaernewyck]Vaernewyck (Marcus van) Ga naar voetnoot1, uit een oud adelijk geslacht te Gend in het begin der zestiende eeuw geboren, en aldaar in 1570 (anderen willen in 1567) gestorven, schreef eene menigte werken in rijm en onrijm Ga naar voetnoot2, onder anderen eene Historie van Belgis, die men namen mach den Spieghel der Nederlandscher oudtheydt, enz. Seer lustich, vreemdt en wonderlyck om lesen, om de ongehoorder oudtheydt wille; gedrukt te Gend in 1565, vervolgens te Antwerpen in 1619, in 1665 en later meermaals. Op den titel van dit ellendig mengelmoes van fabelachtige sprookjes, gelijk de Heer willems dit boek te regt noemt, heet de schrijver ‘excellent Poët ende Historiographe moderne.’ Hij verstond geene andere dan de Vlaamsche taal, blijkens zijne opdragt van dit boek: | |
[pagina 425]
| |
Wat wilt ghy benijden een onconstich man
Oft begrijpen, indien hy yewers ghefaelt heeft?
Die niet dan sijns moeders tale en can
Dunct u dat hy hier ghenoech betaelt heeft?
In de voorrede verzekert hij dat men zijn werk met eene goede conscientie kan lezen; want, zegt hij,
Want ic en ben niet van quader sectie,
In my is ghedaen seer goede correctie.
Aan het slot leest men:
Desen boeck bedanckt met reverentie
Den discreten Leser voor zijn patientie.
|