Biographisch anthologisch en critisch woordenboek der Nederduitsche dichters. Deel 5 OGI-VER
(1824)–P.G. Witsen Geysbeek– Auteursrechtvrij[Johannes Thieullier]Thieullier (Johannes) Ga naar voetnoot2, Zilversmit te Mechelen, was Deken van de rederijkkamer De Peoen aldaar, en een der voornaamste aanleggers van het landjuweel tegen den 3 Mei 1620 Ga naar voetnoot3. De aldaar ingezonden stukken zijn gedrukt in de meermaals door ons aangehaalde Schatkiste der Philosophen ende der Poëten, te Mechelen, bij h. jaye, 1621, in folio. Van thieullier wordt achter dezelve gevonden een zoogenaamd treurspel, Porphyre en Cyprine, bij deze gelegenheid vertoond. Onder de lofdichten wordt thieullier als een wonderdoener gedacht; immers Pater Justus de harduyn zegt in zijn sonnet tegen hem: | |
[pagina 402]
| |
Het Nederlandts Tooneel, 'twelk plocht te wesen hout,
Door v in 't Mechels pleyn verandert is in gout.
Zulk eene poëtische alchymie à la Midas kwam den Deken der Peoene ongetwijfeld goed in zijn ambacht te pas. |