Biographisch anthologisch en critisch woordenboek der Nederduitsche dichters. Deel 5 OGI-VER
(1824)–P.G. Witsen Geysbeek– Auteursrechtvrij
[pagina 237]
| |
het licht, onder den titel: Herders- en Visscherszangen, Brieven, Klink- en Mengeldichten, met een voorberigt, waarin hij zegt, dat hij toen een jongeling van twee en twintig jaren was (zijnde hij dus in 1731 geboren) en hij deze gedichten binnen de tijdruimte van vier of vijf jaren vervaardigd had. Hij stierf in 1775, en werd, volgens zijne begeerte, op het kerkhof te Teteringen, even buiten Breda, begraven; op zijne grafzerk leest men: a.c. schonck. Wat de waarde van den bovengenoemden dichtbundel betreft, wij hebben geen enkel stukje in denzelven gevonden dat eene nieuwe gedachte behelst of zich boven het middelmatige verheft; doch als men bedenkt dat de jongeling ‘altoos, de digtkunst in het midden van Geten en Sarmaten, of ten minsten op plaatsen, daar dezelve geheel en al verschoven en ongeacht was, tot zyn ongeluk,’ zegt hij Ga naar voetnoot1, ‘heeft moeten oefenen, en nooit van iemant de minste aanleidinge of onderrigtinge heeft kunnen bekomen,’ dan leest men dezelven met toegevendheid; te meer, daar hij derzelver geringe waarde welligt naderhand zelf in- | |
[pagina 238]
| |
gezien en verder niets uitgegeven heeft. Veel gelukkiger en beter ontwikkeld dichttalent bezat zijn jonger broeder, [Everhard Jan Benjamin Schonck ...] |
|