Biographisch anthologisch en critisch woordenboek der Nederduitsche dichters. Deel 5 OGI-VER
(1824)–P.G. Witsen Geysbeek– Auteursrechtvrij[Anthonis de Rouere]Rouere (Anthonis de) van Brugge, Vlaemsch Doctoor ende gheestich Poëte, was misschien het erbarmlijkste vernuft der vijftiende eeuw. In 1466 werden de rederijkers van Brugge naar Lier ontboden, om hunne Spelen van sinnen aldaar te vertoonen: van de zes, die er gespeeld werden, waren drie van de rouere, waarvoor hij de somma van achttien stuivers grooten als honorarium ontving Ga naar voetnoot2. Dat het waar naar het geld geweest is, heeft Kops doen blijken uit het kreupel basterddicht van dezen ‘gheestichen Poëte’ op den dood van philips, Hertog van Bourgondië, in 1468, dat hij uit Die Excellente Chronycke van Vlaenderen der vergetelheid ontrukt heeft, en dus luidt:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 192]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De hoofdletters drukken den naam des Hertogs, zijn' titel, het jaar en de plaats van zijn overlijden uit. Welk eene erbarmelijke brabbeltaal! De barbaarsche onzin van dezen rederijker is, onder den titel van Rhetoricale Wercken, gedrukt te Antwerpen in 1562. |