Biographisch anthologisch en critisch woordenboek der Nederduitsche dichters. Deel 5 OGI-VER
(1824)–P.G. Witsen Geysbeek– Auteursrechtvrij
[pagina 143]
| |
[Catharina Questiers]Questiers (Catharina) Ga naar voetnoot1 bloeide omtrent het midden der zeventiende eeuw te Amsterdam, waar zij geboren werd; zij was in haren tijd eene juffer, die, behalve in de boetseer- en teekenkunst, zich veel roem verwierf in de dichtoefening, en door hare tijdgenooten, zelfs door vondel Ga naar voetnoot2, als eene tweede sappho geroemd en geprezen werd, met wier weinige tot ons gekomen fragmentarische verzen de haren in ons oog geene de minste overeenkomst hebben, en bij wie men eigenlijk geen eene onzer vaderlandsche dichteressen ooit moest vergelijken. De weinig beduidende, winderige en met mythologie opgepropte gedichten van deze zoo hoog gevierde ‘Amstelnymph’, die den 11 Mei 1664 in het huwelijk trad met joannes de hoest, zijn meest in andere verzamelingen verspreid; vooral in zeker werkje, het welk zij gemeenschappelijk met cornelia van der veer in 1665 te Amsterdam, onder den titel van Lauwerstryt in het licht gaf; er bestaan ook van haar drie blijspelen, De Geheime Minnaar, 1655; | |
[pagina 144]
| |
Casimier, of gedempte Hoogmoet, 1656 en De Ondankbare Fulvius of Getrouwe Octavia, 1665. Wij hebben al deze kunstwerken doorbladerd, daartoe aangemoedigd door het zeggen van vondel: Apollo noemde dees de tiende kunstgenoot
En waerde zuster van de negen kunstgodinnen
Ga naar voetnoot1.
Maar als dat waar is, en vondel niet grof gelogen heeft, dan weten wij niet of apollo, toen hij dit zeide, wel regt bij zijn positive geweest is. |