Biographisch anthologisch en critisch woordenboek der Nederduitsche dichters. Deel 5 OGI-VER
(1824)–P.G. Witsen Geysbeek– Auteursrechtvrij
[pagina 1]
| |
Biographisch anthologisch en critisch woordenboek der Nederduitsche dichters.[Guillelmus Ogier]Ogier (Guillelmus) Ga naar voetnoot1, Factor van de rederijkkamer de Violiere, te Antwerpen, alwaar hij geboren was omstreeks het jaar 1625, wordt door l. bidloo Ga naar voetnoot2 voorgedragen als een dichter, Die, in zyn taal en styl en dichterlyke bloemen,
Meer Amsterdammer als Antwerper is te noemen,
By wien niets ergerlyk voor 't allertederst oor
In straf van 't vuylste quaad der zonden kom te voor.
Maar op deze lofspraak zou nog al wat af te dingen vallen; het is waar, zijne blijspelen zijn boertig en geestig, ten minsten zinrijker dan de rederijkersspelen van den gewonen stempel; maar de zamenspraak is in erge platte Vlaamsche straattaal. Zeven zijner blijspelen kwamen onder den titel van De Seven Hooftsonden in 1682 te Amsterdam in | |
[pagina 2]
| |
het licht, en werden gevolgd door Den Boerengek en Den Ferdinant of Spaenschen Sterrekyker, beiden in 1715 te Antwerpen gedrukt. Een zijner kluchten, De Gramschap, heeft onder den titel van Moedwillige Bootsgezel zich nog ver in de achttiende eeuw aan het Amsterdamsch tooneel staande gehouden. Zijne dochter barbara, gehuwd met g. kerricx, hebben wij insgelijks als dichteres reeds ontmoet Ga naar voetnoot1. |