Biographisch anthologisch en critisch woordenboek der Nederduitsche dichters. Deel 4 JAC-NYV
(1823)–P.G. Witsen Geysbeek– Auteursrechtvrij
[pagina 468]
| |
[Mattheus Broërius van Niedek]Niedek (Mattheus Broërius van) Ga naar voetnoot1 was een Amsterdamsch regtsgeleerde en dichter in den smaak van claas bruin, wiens vriend en tijdgenoot hij was. Zijne Zederyke Zinnebeelden der Tonge, in 1710 gedrukt, dragen meer blijken van belezenheid en geheugen dan van dichterlijke vinding en geestigheid. Verzen als dezen werden in dien tijd als meesterstukken hemelhoog verheven: Klappernye.
Seque suosque fatigat.
Het venster, achteloos vergeeten toe te trekken,
Of op geen haak gezet, zal, door den windt geschudt,
Gestadigh klappen en verdrietige onrust wekken,
Zo lang geen wakkre handt zulks door een grendel stut.
Een snapper, die alom zyn' lange tong laat hooren,
En niet kan zwygen, al stont 't mes op zynen keel,
Koomt eveneens 't vermaak van wyze lieden stooren
Door zyn onnut geklap en zouteloos gequeel;
Daar een verstandigh mensch, wiens leidtsman is de rede,
Legt met Harpocrates den vinger op zyn' mondt,
Op dat de tolk der ziel zyn ampt naar eisch bekleede,
En hem 't gesprooke woordt berouw' te geener stondt
Ga naar voetnoot2.
Overigens heeft hij verscheiden geschied- en oudheidkundige werken, gelijk ook een' verbeterden druk van j. de deckers Rijmoefeningen, in het licht gegeven. |