Biographisch anthologisch en critisch woordenboek der Nederduitsche dichters. Deel 4 JAC-NYV
(1823)–P.G. Witsen Geysbeek– Auteursrechtvrij[Bernardus Mourik][Van] Mourik (Bernardus), een' Amsterdamsch' Boekverkooper, [bestaan] drie blij- of kluchtspelen, onder de burgerlijke titels: Wintersche Vermaakkelykheden in de Kunstige Schaatzeryders, 1751, Buiten-Amstels Vermaak op 't Ys, 1752, en De Slagttyd, of de Verkeerde Huishoudsters, 1752. Even als deze titels, is de inhoud burgerlijk, triviaal en onbeduidend; doch daar, volgens de verzekering van dezen tweeden jan van gyzen, in het voorberigt van zijn' eersteling, ‘in alle dingen nut en leering is,’ diende dit hier ook wel zoo te zijn, en och, ja! een' kroeghouder wordt van een' schaatsrijder een recept medegedeeld om Flip te maken: Een minglen Brandewyn, doe die eerst in de kan,
Gestoote Nagelen, met Zuyker, kookt dat dan,
Zo hebt gy Flip, zo goed als gy die kunt verlangen
Ga naar voetnoot1.
Ander nut en leering dan voor kasteleins en keukenmeiden behelzen deze stukjes niet, waarop de schrijver, om ze, gelijk hij zelf in zijn voorberigt verklaart ‘des te raarder’ te maken, slechts vijftig exemplaren gedrukt heeft, die hij à ƒ 1:- en twaalf op groot papier, die hij à ƒ 1:10:- verkocht, en om deze tweeënzestig rare exemplaren voor ‘Copy Dieven,’ zegt hij, ‘zo veel myn | |
[pagina 456]
| |
mogelyk was te bewaaren, heb ik voor deze spellen een mooy Tytel-Plaatje laaten snijden, een Slinger-Naam agter aan geplaast, en met de Naam van b. mourik Geschreven.’ Wij vermelden dit alles ten behoeve der bibliomanen, opdat zij voor hunne dukaten niet bedrogen worden Ga naar voetnoot1. |
|